Pagina's

vrijdag 19 september 2025

Een democratie die spookbeelden gaat verbieden is bezig zichzelf te ontmantelen

De Tweede Kamer stemde afgelopen donderdag in met een motie van Forum voor Democratie om de organisatie Antifa te verbieden, naar voorbeeld van de huidige Amerikaanse president Donald Trump. Ook de VVD schaarde zich achter het voorstel, waardoor een meerderheid in de Kamer nu een verbod wil onderzoeken. Dat is opmerkelijk, want Antifa is in Nederland helemaal geen formele organisatie. Deze motie is daarmee vooral een politiek signaal – en een gevaarlijk signaal, want het zet de deur open naar een juridische rek die onze rechtsstaat kan beschadigen.

Het verbieden van een organisatie is in Nederland een uiterste maatregel die alleen via de rechter kan worden afgedwongen. De wet maakt onderscheid tussen formele verenigingen, zoals motorclubs met statuten en een bestuur, en informeel georganiseerde netwerken. Antifa valt in die laatste categorie: het is een losse, gedecentraliseerde beweging die zich verzet tegen fascisme en extreemrechts. Er is geen centraal orgaan, geen ledenadministratie en geen inschrijving bij de Kamers van Koophandel. Juridisch gezien is het daardoor uiterst ingewikkeld om van Antifa een “organisatie” te maken die verboden kan worden.

De enige optie zou zijn dat het Openbaar Ministerie naar de rechter stapt en betoogt dat Antifa een zogeheten de-facto vereniging is. Daarvoor zou overtuigend bewijs moeten worden geleverd van een structuur, hiërarchie en gecoördineerde besluitvorming tussen lokale groepen. Zonder dat bewijs is er geen rechtsgrond voor een verbod. Een andere route is Antifa te bestempelen als een “criminele organisatie” volgens artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht. Maar ook dat is een vrijwel onneembare horde: het OM zou moeten aantonen dat de hele beweging het oogmerk heeft om misdrijven te plegen, niet slechts dat enkele individuen geweld gebruiken. Daarmee wordt duidelijk dat de motie vooral symboolpolitiek is.

Juist daarom is de instemming van de VVD zo teleurstellend. Als ervaren regeringspartij zou de VVD moeten weten hoe hoog de drempel voor een verbod ligt en hoe belangrijk het is om de vrijheid van vereniging te beschermen. Door mee te stemmen met een voorstel dat juridisch op drijfzand staat, verlaat de partij haar eigen liberale uitgangspunten. Ze kiest ervoor mee te waaien met de steeds radicalere agenda van extreemrechts, in plaats van pal te staan voor de rechtsstaat.

Daarmee volgt de Kamer een gevaarlijke internationale trend. Het idee om Antifa te verbieden is rechtstreeks overgenomen van president Trump en wordt inmiddels ook gretig toegepast in Rusland, waar het Kremlin oppositiebewegingen en maatschappelijke organisaties onder het mom van staatsveiligheid monddood maakt. Dat een Nederlandse meerderheid – inclusief een partij die zich graag als verdediger van de democratie presenteert – nu een vergelijkbare tactiek overneemt, zou ons zorgen moeten baren. Het is een onliberale reflex die meer past bij autocratische regimes dan bij een parlementaire democratie.

Het bestrijden van geweld en extremisme is noodzakelijk, maar dat kan prima binnen de bestaande kaders van het strafrecht. Individuele strafbare feiten moeten worden vervolgd, niet een imaginaire organisatie of een verzamelnaam voor activisme. Een meerderheid die een niet-bestaande organisatie wil verbieden, verzwakt de rechtsstaat en normaliseert een instrument dat in de toekomst tegen allerlei vormen van activisme kan worden ingezet, wat de democratie verder doet afbrokkelen.

Een democratie die spookbeelden gaat verbieden is bezig zichzelf te ontmantelen.



woensdag 3 september 2025

Peking laat zien wat verdeeldheid het Westen kost

Het bezoek van Vladimir Poetin aan China afgelopen week, in aanwezigheid van onder andere Kim Jong Un, leek op papier een herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog in Azië. In werkelijkheid was het een manifestatie van een nieuwe wereldorde. Tijdens de militaire parade in Peking werd niet alleen stilgestaan bij het verleden, maar vooral een boodschap voor de toekomst afgegeven: autoritaire staten tonen zich eensgezind, gewapend en bereid om internationaal hun invloed uit te breiden. Daarmee werd zichtbaar wat het Westen al langer vreest: de eigen interne verdeeldheid vormt de grootste kracht van de tegenstander.

China liet tijdens de parade een wapenarsenaal zien dat ver uitstijgt boven de noden van nationale verdediging. Dat onderstreept wat Peking al jaren duidelijk maakt: de ambities reiken verder dan de eigen landsgrenzen. Rusland bevestigde die realiteit al met de invasie van Oekraïne, Noord-Korea door zijn voortdurende nucleaire dreigementen. Het gezamenlijk optreden in Peking moet worden gelezen als meer dan symboliek: het is een signaal dat een autoritair blok zich aandient, terwijl het Westen worstelt met interne zwakte.

Die zwakte is niet alleen een kwestie van minder Amerikaans leiderschap. Europa en de Verenigde Staten worden tegelijk ondermijnd door interne polarisatie. Extreemrechtse partijen winnen in veel landen terrein met het argument dat nationale problemen eerst moeten worden opgelost voordat men zich met geopolitieke kwesties bemoeit. Dat klinkt aantrekkelijk voor wie zich zorgen maakt over migratie of koopkracht, maar het leidt tot een blik naar binnen op een moment dat de dreiging juist van buiten komt.

Erger nog: gevestigde politieke partijen nemen steeds vaker de retoriek van extreemrechts over in hun eigen partijprogramma’s. Waar zij vroeger een dam vormden tegen radicale geluiden, omarmen zij nu hun standpunten over migratie, nationale identiteit of euroscepsis om electoraal terrein te winnen. In landen als Nederland en Italië leidt dit zelfs tot regeringsdeelname van extreemrechtse partijen, samenwerkingen die steevast eindigen in chaos en bestuurlijke verlamming. Het is precies dit scenario dat in Moskou, Peking en Pyongyang met instemming wordt bekeken: een Westen dat zichzelf verzwakt, heeft minder capaciteit om gezamenlijk weerstand te bieden.

Die ontwikkeling is geen toeval. Moskou, en in toenemende mate ook Peking, hebben de afgelopen decennia doelbewust geïnvesteerd in het versterken van die interne verdeeldheid. Via desinformatiecampagnes en steun aan antidemocratische partijen proberen zij Westerse samenlevingen uit elkaar te spelen. Met succes. Het effect is duidelijk: hoe meer Europa en Amerika verzanden in binnenlandse conflicten en politieke chaos, hoe gemakkelijker het autoritaire trio zijn geopolitieke ambities kan najagen.

De parade in Peking maakt zichtbaar wat er op het spel staat. Terwijl Westerse democratieën zich in toenemende mate laten gijzelen door partijen die de fundamenten van die democratie zelf ondergraven – en door gevestigde partijen die hun ideeën normaliseren – tonen Xi, Poetin en Kim zich als een blok. Hun boodschap: verdeeldheid in het Westen is voor ons een kans.

Voor het Westen ligt de oplossing voor de hand, maar ze is politiek moeilijk. Meer samenwerking is noodzakelijk, niet alleen binnen de NAVO maar ook in de Europese Unie, waar verdeeldheid structureel is geworden. Daarnaast moet er een volwassen debat worden gevoerd over de omgang met partijen die antidemocratische ideeën propageren. Duitsland zet met de discussie over een verbod van de AfD een stap die elders tot nu toe ondenkbaar was, maar de vraag is of dat taboe houdbaar blijft wanneer de externe dreiging toeneemt.

De herdenking in Peking toonde dus niet alleen wapens en vlaggen, maar ook een spiegel. Ze liet zien dat autoritaire staten klaar zijn om samen te werken en macht te projecteren. Het Westen, gevangen in zijn eigen verdeeldheid en in de illusie dat electorale meewind belangrijker is dan stabiliteit, moet zich afvragen of het datzelfde vermogen nog bezit. Want wie naar binnen blijft kijken, laat de wereld buiten onherroepelijk over aan anderen.