Pagina's

donderdag 8 juli 2010

De waanzin van de kenniseconomie

Eind jaren '90 van de vorige eeuw startte er al een discussie dat Nederland geen of nauwelijks nog industrie had. Alle industrie was naar goedkope lonen-landen gegaan en wat restte in Nederland was een vergane glorie. De industrie was ten dode opgeschreven. Niet alleen door de hoge lonen, maar zeker ook door het oerwoud aan regelgeving die de overheid bedrijven oplegde. De politiek verzon daarom een alternatief; er werd ingezet op kennis. Nederlanders moesten steeds hoger worden opgelegd. Nederland moet geld gaan verdienen met de dienstensector; uitzendbureaus, schoonmaakbedrijven, logistieke ondernemingen. De regio Eindhoven werd al voorbeeld gesteld voor de rest van het land: Eindhoven was een 'brainport', een kopie van Sillicon Valley in de VS. Zoals Eindhoven moest heel Nederland worden. Het gevolg van deze waanzin is het sluiten van nog meer industriële bedrijven. Zo was daar begin dit jaar de sluiting van scheepsschroevenfabriek Wärtsilä in Drunen en aliminiumfabriek Alcoa (eveneens in Drunen). De aangekondigde sluiting van MSD-Organon in de Brabantse stad Oss vandaag, waarbij 2175 medewerkers hun baan verliezen, was het klapstuk. Een beter bewijs dat de kenniseconomie (d.w.z. met kennis je geld verdienen) totale waanzin is, is met deze sluiting toch wel geleverd.

Sollicon Valley is de natte droom van elke beleidsbepaler (van links tot rechts). Heerenveen had eind jaren '90 bijna zo'n kopie van Sillicon Valley kunnen wezen. het lukte toenmalig VVD-minister van Economische zaken Annemarie Jorritsma om de Amerikaanse producent van personal computers Hewlett-Packard een fabriek te openen in de Friese stad. Daar omheen zouden zich vanzelf computerbedrijven en -bedrijfjes komen vestigen in en rond Heerenveen en zou Nederland zijn eigen Sillicon Valley hebben. He, he... eindelijk. Het project mislukte toen de Amerikanen een betere plek in Ierland vonden en men trok zich terug uit het project. De boete die in het contract stond, betaalden de Amerikanen gretig. Tilburg kwam niet lang daarna ook met haar eigen Sillicon Valley; aan de zuidkant van de stad zou een industrieterrein moeten verrijzen waarop zich alleen maar high-tech luchtvaartbedrijven zouden vestigen. Het terrein ligt nog steeds braak. Sterker nog; de enige twee werkgevers in de luchtvaartsector die de stad rijk was, Standard Aero en Pratt & Whitney, hebben Tilburg verruild voor een plek in de Verenigde Staten. Venlo had het idee opgevat om een Sillicon Valley voor de medische sector op te zetten; high-tech onderzoeksbedrijven zouden zich moeten gaan vestigen aan de noordkant van de stad, langs de A76. Het project kwam nooit van de grond. Tilburg zag ook computerfabrikant Acer vertrekken naar Tsjechië. 's-Hertogenbosch zag computerfabrikant Tulip failliet gaan en het op hetzelfde terrein gevestigde Solectron verkassen naar Noord-Engeland. En dat allemaal, omdat de beleidsmakers al tien jaar lang hameren op de kenniseconomie.

Leuk, dan zit je straks met een land vol bolle bozen die de prachtigste spreadsheets uitwerken en in schitterende bewoordingen een geweldig verslag in elkaar draaien. Je hebt straks een land vol prima consultants die tegen immens hoge tarieven geweldige adviezen geven. Iedereen moest van de overheid per se naar de universiteit of HBO en dat gebeurt ook massaal. Maar al die mensen zijn straks werkloos, omdat er geen spullen meer worden gemaakt. Je hebt als land namelijk een maak-economie nodig. Die heb je soms harder nodig dan al die duizenden adviseurs (ze heten tegenwoordig met een mooi Amerikaans woord 'consultants'). Je kunt namelijk een hele grote groep intelligente mensen hebben, maar je zult altijd mensen nodig hebben die met hun handen iets maken. Met uitvinden en producten in elkaar draaien stimuleer je innovatie en dus industrie. Als je geen handen meer hebt om producten te maken, verlies je namelijk ook kennis. Meer kennis, dan 1.000 afgestudeerde bolle bozen bij elkaar kunnen verzinnen. Bijkomend probleem is de eeuwige prestatie-economie; op het beroep van medewerkr wordt neergekeken. Ben je geen manager in dit land, met een leasebak, GSM en laptop van de zaak, dan stel je in de meeste kringen eigenlijk weinig of niets voor. Maar managers leveren geen geld op; ze zijn overhead. Ofwel om een gangbare term te gebruiken, de managers zijn de smeerolie van de economie maar onze economie verzuipt in de smeerolie en de benzine lekt weg.

Maar er is nóg een probleem, dat de overheid heeft gecreëerd in haar eindeloze roep over de kenniseconomie. Een HBO'er of universitair afgestudeerde vindt tegenwoordig vrij eenvoudig een baan; een laag of helemaal niet opgeleide vindt moeilijker een baan, of zelfs helemaal niet. Daarbij komt dat er nog altijd meer mensen zijn die laag of helemaal niet geschoold zijn, dan dat er hoogopgeleide mensen zijn. En tenslotte zitten mensen die laag of helemaal niet opgeleid zijn, eerder zonder baan, dan mensen die hoog opgeleid zijn. De meerderheid van de werklozen zijn dus mensen die ouder zijn dan 40 jaar en ook nog eens laag of helemaal niet goed opgeleid. Inzetten op kenniseconomie is dus water naar de zee dragen. De kennis in Nederland is veel te theoretisch. Omdat de industrie massaal uit Nederland weg trekt, is er geen praktijkkennis meer.

Wethouders en beleidsbepalers reizen de hele wereld af om hun bekrompen visie kracht bij te zetten; vooral richting China en de Verenigde Staten. Zij zijn van mening dat de productie van een product moet plaatsvinden in China of een ander lage-lonen-land. In Nederland zitten de denkers. In Nederland zit de kennis. En dus halen ze bedrijven over om vooral kennis in Nederland te komen halen. Tegelijkertijd vergeten ze dat hun stad of provincie vol zit met mensen die laag zijn opgeleid, die zonder werk zitten. Deze mensen solliciteren zich suf, maar worden niet aangenomen omdat ze te oud zijn en vaak ook nog eens te laag opgeleid. Want steeds vaker vragen werkgevers idiote opleidingen voor vaak eenvoudige vacatures. Enkele voorbeelden: Supermarktketen Digros vraagt een MBO-diploma voor vulploegmedewerkers en logistiek dienstverlener Walsh Western vraagt een HBO-diploma voor een magazijnchef. Autofabrikant Renault eist van zijn nieuwe vertegenwoordigers HBO- of universitaire opleiding en noemt ze daarom met een prachtige Amerikaanse term 'salesmanagers'. Tenslotte de giller: Uitzendconcern Randstad wil dat zijn intercedenten niet alleen een HBO- of universitaire achtergrond hebben, maar sleept ze ook nog eens door een sollicitatieprocedure heen, die maar liefst een hele maand in beslag neemt.

De beleidsbepalers roepen om het hardst dat de lonen in Nederland te hoog zijn en dat daarom buitenlandse bedrijven geen zin hebben om de productie in Nederland te laten plaatsvinden. En, hoe ironisch ook, de beleidsbepalers vinden ook dat de sociale lasten in Nederland de buitenlandse productiebedrijven afschrikken. Maar vergeet al die snoepreisjes naar China, India en de VS nou eens en stap over de grens met Duitsland of België en zie hoeveel industrie zich daar bevindt. Duitsland is een schitterend voorbeeld van hoe het ook kan en de lonen in Duitsland liggen niet veel lager dan in Nederland. Sterker nog; in Duitsland hebben werknemers vele malen meer rechten dan in Nederland. Kan het een graadje erger? Jazeker! Ga eens in Zweden kijken hoe daar auto's, waterkrachtcentrales en vliegtuigen in elkaar worden gezet en hoeveel geld daar wordt verdiend in de bos- en mijnbouw. De lonen in Zweden zijn gelijkwaardig aan de Nederlandse, maar de werknemers in Zweden hebben vele male betere rechten. Vooral als het om vrouwen gaat; die hebben bijvoorbeeld recht op kinderopvang, betaald door de werkgever en een zwangerschapsperiode die vele malen langer duurt dan in Nederland. Heeft een zwangere vrouw in Nederland 16 weken om haar kroost ter wereld te brengen; in Zweden is dat maar liefst 2 jaar. En toch heeft Zweden behoorlijk wat industrie. Enkele voorbeelden: Vattenfall (energie), Volvo (auto's, vrachtwagens, bussen, bouwmachines, scheepsmotoren), Saab-Grippen (vliegtuigen), ABB (machinebouw), .... enzovoorts enzovoorts. Waar komt dit Zweedse, c.q. Duitse succes vandaan? Eigenlijk heel simpel: de Zweden en Duitsers gaan uit van hun sterke kanten en niet van hun zwakke kant. Hun zwakke kant zijn de hoge lonen en rechten van werknemers. Hun sterke kanten zijn schaalvoordelen; logistiek en goede praktijkkennis. Bovendien hebben de beleidsbepalers de visie dat iedereen aan de slag moet; van hoog- tot laag opgeleid.

Kortom: beleidsbepalers moeten zich niet laten afschrikken door de idiotie van de hoge lonen in Nederland. Beleidsbepalers zien vaak de schaalvoordelen van Nederland over het hoofd en vergeten vaak om Nederland te verkopen als een land, waar de logistieke mogelijkheden onbegrensd zijn. Met het simpelweg uitbreiden van de luchthavens van Rotterdam en Eindhoven met een vrachtterminal bereik je al grenzeloze mogelijkheden op logistiek gebied. En juist door de ligging van Nederland zijn hier schaalvoordelen te behalen. Door efficiënter ter werken kun je vaak ook kosten besparen. Het is onterecht dat beleidsbepalers denken dat de lonen een doorn in het oog zijn. Acer mag dan zijn productie hebben verplaatst van Tilburg naar ergens in Tsjechie; de logistieke mogelijkheden in Tilburg waren toen (10 jaar geleden) vele malen beter dan in Tsjechië nu.

Laat één ding duidelijk en glashelder wezen met dit betoog: het zijn niet de hoogopgeleiden die met dit betoog worden aangepakt. Het zijn de beleidsbepalers met hun tot in het idiote doorgedreven idee van de kenniseconomie. Want als je de werkloosheid in jouw gemeente of provincie écht wil bestrijden, zul je productiebedrijven naar je gemeente moeten lokken en geen denktanks. Dat is de les die getrokken moet worden uit het drama dat zich vandaag in Oss voltrok.

Inzetten op alleen kenniseconomie is te riskant en dus waanzin!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten