Door de recente uitlatingen van een politicoloog bij omroep WNL over Frans Timmermans — hij zou “té emotioneel worden” en dan “een heel nare man” zijn — kunnen er zo langzamerhand openlijk vragen worden gesteld over de rol van media, framing en partijpolitieke belangen. Dat WNL zich met enige regelmaat leent voor het uitventen van kritiek op politici is niet nieuw, maar de eenzijdigheid hiervan wordt steeds opvallender.
Wat vooral
opvalt, is de asymmetrie in hoe linkse politici worden bejegend. Terwijl WNL en
programma’s als Goedemorgen Nederland, Sven op 1, Goedenavond Nederland en WNL
Op Zondag met regelmaat ruimte geven aan rechtse stemmen — vaak zonder scherpe
wederhoor — blijven opmerkingen of gedragingen van politici als Geert Wilders
of Dilan Yesilgöz opvallend vaak buiten schot. Zo wordt er weinig gerept over
de radicalisering van het politieke discours ter rechterzijde. De scherpe
retoriek van Wilders, die toch wel als antidemocratisch en polariserend kan
worden bestempeld, is in programma’s van WNL zelden onderwerp van kritische
analyse. Evenmin wordt besproken hoe VVD-leider Yeşilgöz in haar profilering
steeds meer opschuift richting Wilders' stijl en boodschap.
De suggestie
dat WNL en media als SBS en De Telegraaf een verlengstuk zijn van de VVD is
wellicht wat overdreven, maar het is niet moeilijk om te zien waarom die indruk
ontstaat. Wanneer een televisieprogramma herhaaldelijk politici en
commentatoren uit dezelfde flank uitnodigt en kritiekloos aan het woord laat,
dan verliest het de schijn van onafhankelijkheid. Journalistiek behoort immers
tot het domein van controle en reflectie, niet van campagnevoeren.
Tegelijkertijd
toont de omgang met Frans Timmermans hoe negatief campagnevoeren een boemerang
kan worden. De voortdurende pogingen om hem te framen als onredelijk of
onaangenaam lijken averechts uit te pakken. Het ledenaantal van GroenLinks-PvdA
groeit, de partij staat stabiel hoog in de peilingen en lijkt immuun te zijn
geworden voor de aanvallen — alsof er zich een Mark Rutte achtige Tefal-laag om
Timmermans heeft gevormd. De ironie is dat de herhaalde kritiek hem versterkt
in plaats van verzwakt: Elke aanval bevestigt zijn centrale rol in het debat en
versterkt zijn profiel als inhoudelijke tegenkracht.
Intussen
worstelt de VVD met haar eigen koers. Onder Yeşilgöz schuift de partij steeds
verder richting het retorische terrein van de PVV, zonder dat duidelijk wordt
wat ze daar wil bereiken. In plaats van zich af te zetten en een onderscheidend
centrumrechts profiel te bouwen, lijkt de VVD vooral bezig met een imitatie van
Wilders. Die strategie is niet zonder risico: het leidt tot verlies van
traditionele achterban en intern rumoer. De vergelijking met de Henny Huisman
miniplaybackshow mag dan satirisch zijn, het punt dat Yeşilgöz meer poseert dan
positioneert, raakt een gevoelige snaar.
Dat
ondernemersclubs inmiddels openlijk campagne willen voeren tegen deelname van
de PVV of GroenLinks-PvdA aan een kabinet met VVD en CDA laat zien hoe
gepolariseerd de politieke arena is geworden. Tegelijk biedt dat ruimte voor
strategische rust. Timmermans doet er verstandig aan zich niet te laten
meeslepen in de retorische vechtarena van zijn tegenstanders. Zijn kracht ligt
in internationale ervaring, inhoudelijke focus en het vermogen om
maatschappelijke thema’s boven partijpolitiek te tillen.
Het is goed mogelijk dat de televisiedebatten de beslissende slag gaan brengen. Daar zal blijken wie inhoudelijk stevig staat en wie leunt op slogans. De roep om visie — niet om nagedane populisme — zou wel eens de doorslag kunnen geven.Frans Timmermans hoeft niet te reageren op elke aanval. Zijn tegenstanders maken hem alleen maar groter. In de luwte groeien de kansen op een kabinet dat niet om de VVD heen móet, maar er misschien voor het eerst sinds decennia vrijwillig voor kan kiezen dat wel te doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten