Pagina's

maandag 30 juli 2012

Zorgen over de opvolger van Geert Wilders

Geert Wilders is niet meer. Nee, hij is niet dood, noch wens ik hem de dood toe. Nee, de PVV is uitgespeeld op het Nederlandse politieke toneel. Nu het CDA officieel is afgevallen als coalitiepartner en de Christendemocraten officieel een handreiking hebben gedaan naar links, is de kans dat de anti-Islambeweging ooit nog een plekje krijgt in een regering, gedaald naar vrijwel nul. De PVV is een partij geworden van weglopers; nadat bijna alle Statenleden in de provincie Noord-Holland zijn opgestapt en de coalitie in Limburg is gevallen, stapten ook in belangrijke PVV-provincies als Noord-Brabant en Drenthe Statenleden op. Met het nieuwe verkiezingsprogramma “Hun Brussel, Ons Nederland” verlegt de PVV de angst van de Moslim naar de machtswellustelingen Brussel. Maar aan de dikte van het verkiezingsprogramma (een brochure van slechts 25 pagina’s A4) lijkt de PVV zich voor te bereiden op een periode in de oppositiebankjes. Er zijn politiek analisten die nog steeds geloven in de kracht van de PVV, die juist in de oppositiebankjes goed tot zijn recht kwam. Juist in de oppositie genereerde de PVV de meeste steun onder de Nederlandse bevolking, wier niveau steeds bedenkelijker wordt.

Het was schokkend om te zien, maar Nederland stond luid te juichen als Geert Wilders de huid van voormalige PvdA-leider Job Cohen vol schold. Nederland vond het fantastisch, als een bevriend staatshoofd in Nederland op bezoek was, en een lid van de regering schrijft een berichtje op Twitter, waarin het staatshoofd eveneens de huid werd vol gescholden. Maar die retoriek is alom bekend en de plaat van de PVV is sleets geworden. De PVV was een partij van angstige mensen, voor angstige mensen en met het nieuwe verkiezingsprogramma ‘Hun Brussel, Ons Nederland’ wordt dat alleen maar bevestigd. De angst dat de Sharia in Nederland zal worden ingevoerd is in Nederland zo goed als verdwenen en de Moslim is al lang niet meer een angstaanjagende terrorist. Tien jaar lang deed de anti-Islambeweging om het volk bang te laten zijn voor alles wat uit het Midden-Oosten kwam, want een overvloed aan Moslims zou volgens de PVV betekenen dat de Sharia ook in Nederland zou worden ingevoerd. Invoering van de Sharia betekent volgens de PVV dat de vrijheid van meningsuiting onder druk zal komen staan en vrouwen worden onderdrukt. De PVV keek niet naar dictatoriaal geleide landen als Zimbabwe, China en Noord-Korea, waar de Sharia niet is ingevoerd, maar waar de vrijheid van meningsuiting wel twijfelachtig is en vrouwen worden onderdrukt.

Voorheen werden alle woorden van Wilders op een weegschaaltje gelegd en drie weken lang uitvoerig door deskundigen besproken. Dat was de kracht van de PVV: die discussie genereerde aandacht en die aandacht genereerde zetels. Maar ondertussen is algemeen bekend hoe Wilders over bepaalde zaken denkt en dus worden zijn woorden nu niet meer serieus genomen. Zelfs niet door zijn eigen kiezers. Zijn kiezers zijn zwaar teleurgesteld en zullen hem op 12 september massaal in de steek laten. Het moment dat Wilders de onderhandelingen in het Catshuis verliet, duikelde hij 10 zetels. Bij de komende verkiezingen op 12 september a.s. zullen er hooguit tussen de 15 en 18 zetels overblijven van wat ooit het succes van politiek Den Haag was. De PVV-kiezer is teleurgesteld: Nederland heeft de gulden niet terug, er wonen nog altijd Moslims in Nederland en Nederland zit nog altijd bij de EU. De PVV-kiezer heeft niet meer het idee dat Geert Wilders echt de oplossing heeft voor het probleem en vlucht massaal naar die andere anti-Europa-partij: de SP. Van extreem rechts, naar extreem links dus.

Geert Wilders wilde geen LPF-toestanden in zijn partij en regeerde daarom met harde hand: hij en alleen hij had het voor het zeggen en de rest zou hem moeten volgen. Die strategie werkt als je met 9 mensen in de oppositiebankjes zit, maar biedt geen soulaas meer als je partij is uitgegroeid tot een regeringspartij met personeelsbestand van meer dan 100 mensen, die allemaal naar één en dezelfde leider moeten luisteren. Regeren wordt dan steeds moeilijker. Wilders kon al die taken in zijn eentje simpelweg niet meer aan. Iets, waar Job Cohen in januari 2012 al voor heeft gewaarschuwd, maar wat destijds werd weggehoond door de erg op de hand van de PVV zijnde populistische pers. Good old Job heeft dus gelijk gehad. Iets meer dan twee maanden na zijn uitspraak viel het Kabinet Rutte-Wilders, het meest rechtse kabinet dat Nederland ooit heeft gekend en ooit zal kennen. Want een dergelijk kabinet komt er niet meer.

Is het einde van de PVV in zicht? Niet direct, maar de PVV zal net als die andere rechts-populistische partijen Trots op Nederland en LPF langzaam maar zeker van het politieke toneel verdwijnen. De PVV-kiezer gelooft er simpelweg niet meer in en over twee verkiezingen zal er van de PVV niet veel meer over zijn dan een naam in de politieke geschiedenisboekjes. De PVV heeft laten zien dat het geen verantwoordelijkheid durft te nemen en, misschien nog wel belangrijker, geen oplossingen heeft voor het behoud van de banen van Henk & Ingrid. Het is de PVV niet gelukt alle Moslims de grens over te jagen en het is niet gelukt de pensioenleeftijd op 65 jaar te houden. Het is over en sluiten met de PVV. Het Tijdperk Wilders is voorbij. Wilders zal de leiding van zijn partij na de komende verkiezingen overdragen aan Fleur Agema, die de organisatie naar haar graf mag leiden.

Komt er dan nooit meer een extreem-rechtse partij? Is Nederland dan verlost van het rechts-extremistisch populisme? Nee, dat denk ik niet. De opvolging van Wilders komt namelijk uit de eigen gelederen van de PVV zelf. Terwijl Wilders, Agema en geestelijk vader Martin Bosma een mooie positie bij een denktank in Israël of de Verenigde Staten bekleden, zal er iemand uit de huidige top-10 van de PVV opstaan, die het gat dat de gevallen PVV in de kiezersmarkt achterlaat, zal opvullen. Niet de ondanks opgestapte PVV’ers Hero Brinkman, Jihm van Bemmel of Richard de Mos, maar een andere belangrijke PVV’er zal het gat dat de PVV achterlaat, opvullen.

En dat baart zorgen. Juist omdat de taal uit het rechtse kamp steeds harder is geworden. Sinds de opkomst van nieuw-rechts eind jaren ’90 van de vorige eeuw met wijlen Pim Fortuyn is de taal steeds harder geworden. De grenzen zijn steeds verder verlegd. Vonden we toen de taal van Fortuyn spijkerhard; met het verdwijnen van Fortuyns LPF kwam Rita Verdonk met Trots op Nederland en scherpte de taal van Fortuyn hier en daar nog even aan. Op gegeven moment was de taal van Verdonk zo hard, dat we dat als grens beschouwden. Nee, het kon allemaal nog feller en harder en die taal bezigde oud-VVD’er Wilders. Het is niet voor niets, dat Wilders voor dde rechter is gedaagd omdat men twijfelde aan zijn taalgebruik. Dat zette aan tot haat en discriminatie en riep op tot geweld. Op dit moment beschouwen we de gebezigde taal van Verdonk als normaal en die van Fortuyn als linkse retoriek. Wilders’ taal is hard, maar ook die langspeelplaat is inmiddels sleets geworden. Die taal zal niet meer aanslaan, omdat bij iedere gelijksoortige uitspraak direct naar Geert Wilders zal worden gewezen en daar lopen PVV-kiezers immers niet meer warm voor.

De opvolger van Wilders zal dus nóg steviger taal moeten bezigen om überhaupt maar publieke aandacht te krijgen en dat baart zorgen. Het probleem is namelijk, dat de taal van Wilders nog net niet opriep tot geweld, haat en discriminatie. De taal van de opvolger van Wilders zal dit zeker wel doen en gezien de mate, waarin de PVV-kiezers de taal van Wilders als een soort gebed zagen, zullen diezelfde kiezers nu de keiharde taal van de opvolger als een heilig beschouwen. Ze zullen hem/haar volgen en zelfs overgaan tot het gebruiken van geweld tegen allochtonen of mensen die er allochtoon uit zien. En dat is ernstig, maar het is iets dat we kunnen voorkomen. Niet alleen door deze opvolger zoveel mogelijk te negeren, maar ook door nu al wettelijke barricades op te werpen en in de wet duidelijk te omschrijven tot hoever de vrijheid van meningsuiting eigenlijk mag gaan. Waar houdt de vrijheid van meningsuiting op en wordt de uitspraak beschouwd als beledigend, opruiend en discriminerend? Op dit moment zijn daar in Nederland geen wettelijke kaders voor. Daar, waar in veel andere Westerse landen daar hele duidelijke omschrijvingen voor zijn. Daarnaast moeten we wellicht zelfs het hele politieke beeld in Nederland te veranderen. Hierbij moet worden gekeken naar het Duitse-, Engelse-, Australische- of Amerikaanse model: hierbij is het politieke speelveld overzichtelijk ingedeeld in liberalen, sociaaldemocraten, christendemocraten en groenen. De rest sluit zich maar bij één van deze 4 groepen aan. Het is helder en overzichtelijk en voorkomt excessen als politici die oproepen tot haat, discriminatie en geweld. Want al vindt de rechter van niet, Wilders riep wel degelijk op tot geweld, haat en discriminatie en dreef hele bevolkingsgroepen uiteen, om ze vervolgens weer tegen elkaar op te zetten voor eigen gewin. Zijn opvolger zal dus een graadje erger worden en dat kunnen we in een instabiel en sterk ontwricht land als Nederland vandaag de dag is, niet meer gebruiken.op

maandag 2 juli 2012

Is de G500 een mislukt experiment?

Is de G500 een mislukt experiment? Als je de venijnige berichtjes op Twitter tussen G500-voorman Sywert van Lienden en het partijbestuur van de PvdA dit weekeinde zou lezen, dan zou je haast zeggen van wel. Van Lienden beklaagde zich over de in zijn ogen ondemocratische partijstructuur van de sociaaldemocraten, waardoor voorstellen van de jongerenorganisatie vrijwel geen gehoor vinden op congressen, met als gevolg dat de punten waarop de G500 de grote politieke partijen van binnenuit wil veranderen, op een dood spoor zitten. Eerder waren de jongeren van de G500 wel erg succesvol bij de VVD en ook bij het CDA werden belangrijke punten in het verkiezingsprogramma van de christendemocraten gewijzigd, ten faveure van de G500. Kat in het bakkie bij de PvdA, dachten Van Lienden en de zijnen. Het congres dacht daar echter heel anders over.

Allereerst moeten we denk ik drie zaken onderscheiden: 1) de standpunten van de G500 zijn vrij rechts (D66 of VVD) en dat vindt bij de PvdA niet snel een goede voedingsbodem. De G500 wil bijvoorbeeld een versoepeling van het ontslagrecht (paradepaardje van het CDA) en nóg meer marktwerking in de zorg. Met die standpunten maak je op het PvdA-congres weinig vrienden, want iedereen is er inmiddels van overtuigd dat de marktwerking in de zorg alleen maar slechts heeft gebracht voor mensen die het echt nodig hebben en goeds doet, voor de mensen die het toch al goed hebben. Het zijn VVD-standpunten; die vallen slecht bij de PvdA. Logisch dus, dat je daarmee goed scoort bij CDA en VVD. Bovendien is de zorgverzekeraar steeds vaker op de stoel van de dokter gaan zitten en zijn alle ziekenhuizen in Nederland door de marktwerking in de zorgen vrijwel zonder uitzondering zo goed als bankroet. 2) Je kunt niet zomaar even met een tiental mensen een partij van meer dan 55.000 leden groot in een paar dagen tijd naar je hand zetten. Dat heeft tijd nodig en is bovendien dictatoriaal. Dan nog: in eerste instantie wordt de koers van de partij bepaald door het wetenschappelijk bureau van de PvdA, de Wiardi Beckmanstichting. De leden mogen daar vervolgens over stemmen. 3) Elke politieke partij heeft zijn eigen partijstructuur, die je eerst zal moeten doorgronden, alvorens je actie onderneemt. Bij de PvdA is het namelijk heel simpel: iedere afdeling heeft zijn eigen congresafgevaardigde, die zo ongeveer verplicht is de standpunten van zijn/haar afdeling op het congres onder de aandacht te brengen. Om daaraan te beginnen, moeten Van Lienden en zijn mensen dus van alle 400 bestaande afdelingen de afgevaardigde afzetten en zichzelf op die plaats hijsen. Daarvoor is echter weer een ledenvergadering nodig, waar een meerderheid van de afdelingsleden zijn instemming geeft. Pas dan kan de afgevaardigde op het congres zijn woordje doen. Om dit nog vóór de verkiezingen van 12 september te realiseren, is voor de G500 onbegonnen werk. Bovendien zullen er nogal wat afgevaardigden zijn, die geen zin hebben hun plek af te staan aan een nieuwkomer van de G500, die wel even de partij van binnenuit gaat veranderen. Binnen een kleinere afdeling is deze opgave makkelijker dan een afdeling met honderden, zo niet duizenden leden. In dat geval staat de G500 voor een onmogelijke opgave. In dat licht is het begrijpelijker dat de G500 beter scoort bij de VVD en het CDA; daar is een handtekeningenactie voldoende om standpunten op het congres naar je hand te zetten.

Van Lienden en de zijnen waren hevig verbouwereerd, toen zij naar hun eigen zeggen geen spreektijd kregen toebedeeld op het PvdA-congres in Utrecht. Voor de media was het Super Zaterdag, omdat maar liefst vijf partijen hun congres hielden: naast de PvdA waren dit CDA en GroenLinks in Utrecht, ChristenUnie in Amersfoort en de SP in ’s-Hertogenbosch. Super Zaterdag was het minder voor de G500, voor wie het PvdA-congres op een deceptie uitliep. Alle standpunten die de jongerenorganisatie in het partijprogramma wilden hebben veranderd, werden door de aanwezige congresleden (de afgevaardigden) weggestemd. Ook kreeg de G500 naar eigen zeggen vrijwel geen spreektijd. Wie het congres echt had gevolgd, zag dat de spreektijd van ook niet-G500 leden stevig in bedwang werden gehouden. Het is nou eenmaal erg menselijk om aandacht voor iets te vragen en daar dan stevig over door te zagen, omdat je nou eenmaal de aandacht van 2.000 á 3.000 mensen in die zaal hebt. Onder hen belangrijke PvdA partijbonzen. Die aandachtsgeilheid geldt voor de G500, alsmede de aanwezige leden die wijzigingsvoorstellen hadden ingediend. Slechts een enkeling kreeg zijn zin; op hoofdlijnen gaf het congres akkoord voor de uitvoering van het partijprogramma.

Dat de G500 weinig binnen de PvdA te zoeken heeft ligt ook aan de aanwezigheid van de Jonge Socialisten, de JS. De JS drukt een belangrijke stempel op het partijbestuur, mede door zijn omvang en sterke organisatie. Binnen de VVD (met jongerenorganisatie JOVD) en het CDA (met de Jonge Democraten als jongerenclub) is dit blijkbaar een stuk minder goed georganiseerd. Leden van de JS tellen sinds een paar jaar als volledig lid mee binnen de PvdA, waarbij de binnen de VVD en het CDA nog altijd worden afgeschermd door de respectievelijke jongerenbewegingen. Het geeft de JS meer invloed op het partijbestuur, dan (blijkbaar) bij de VVD en het CDA mogelijk is. Juist in dit partijprogramma hebben de jongeren van de JS een stevige stempel gedrukt. Als G500 kom je dan echt met je eieren na Pasen. Dan helpt het uitdelen van oranje rozen tijdens een bepaalde stemming aan de voormiddag niet meer. Dan ben je te laat.

In de Twitterberichten kondigde Van Lienden aan een brief te schrijven aan het partijbestuur, om zo een klacht in te dienen over de gang van zaken. Misschien is het een tip voor Van Lienden en zijn jongerenbeweging: sluit je massaal aan bij de JS en probeer dáár een en ander gedaan te krijgen. Je moet dan wel actief worden, plaatsnemen in commissies en je gezicht regelmatig laten zien binnen gewesten en op het partijbureau. En niet onbelangrijk: je zult onder de huidige leden steun moeten verwerven voor je standpunten, want anders ben je al helemaal nergens. Kortom: je moet actief worden in je afdeling en de straat op gaan; vanuit je luie stoel een hele politieke partij veranderen is echt een illusie.