Pagina's

vrijdag 22 augustus 2014

Hutje op de hei



Het was bijna aandoenlijk: het voltallige Kabinet in spijkerbroek in een hutje op de Twentse heide. Informeel en lachend. Minister-president Mark Rutte wil eenheid uitstralen. Koers houden. Hij wil de eerste minister-president in bijna achttien jaar (!) zijn die de volle 4 jaar vol maakt. Het lukte sinds 1998 niet meer. In 1998 trad het tweede Kabinet Kok aan en dat struikelde in het zicht van de haven over het Srebrenica debacle. Daarna trad twaalf jaar van instabiliteit in: Balkenende leidde maar liefst 4 Kabinetten met het CDA in verschillende samenstellingen. Het fenomeen Pim Fortuyn stond op. En Fortuyn had de eerste minister president geweest die met één partij het land kon regeren omdat bijna alle partijen door hem werden leeggezogen. Na diens overlijden stond Geert Wilders op en vanaf dat moment is het land zo instabiel als een kaartenhuis. Één briesje en het donderde in elkaar. Geert Wilders kreeg in 2010 de kans deel te nemen aan de regering maar hield dat nog geen twee jaar vol. Rutte wilde vanaf dat moment geen experimenten meer. In de zomer van 2012 – nog vóór de verkiezingen überhaupt waren uitgeschreven – sprak de VVD’er zich al uit voor een samenwerking met de PvdA. Afhankelijk van de verkiezingsuitslag zouden andere partijen ook kunnen deelnemen. Maar het land moest worden geregeerd en dat kon niet met een partij die geen idee had hoe het was om te besturen. Met angst en beven keek Rutte daarom naar de peilingen, die uitwezen dat zijn VVD in zee zou moeten gaan met de SP. Niet wéér een partij die geen idee heeft wat het is om te moeten besturen. Besturen hield niet alleen in de leiding nemen, maar ook impopulaire maatregelen nemen. De SP zelf zag de peilingen ook met angst en beven aan; niet alleen omdat het met hun grootste vijand de VVD in zee moest, maar ook omdat regeringsdeelname zou betekenen dat er impopulaire maatregelen zouden moeten worden genomen en dat zou het einde betekenen van de socialisten.

Gelukkig voor de SP viel de beurt ten deel aan de PvdA. Maar die mort nu. Er heerst onvrede binnen de PvdA over de deelname aan dit Kabinet. Vanuit de leden, die tijdens de gemeenteraadscampagne de grootst mogelijke moeite hadden aan de kiezer uit te leggen wat er zo sociaal was aan die berg bezuinigingen. De onvrede van de leden is aangekomen bij de partijtop en via hen weer bij de ministers en staatssecretarissen. Zoveel is duidelijk. PvdA-ministers Plasterk, Van Rijn en Klijnsma voeren alleen maar VVD plannetjes uit en die hebben daarmee zichtbaar moeite. Niet voor niets ging er een zucht van verlichting door het partijkantoor toen bleek dat de superprovincie niet haalbaar was. Het was weer zo’n suf VVD plannetje om minder ambtenaren te krijgen maar feitelijk zou de Overheid door deze maatregel de komende jaren alleen maar meer geld kwijt zijn aan bijvoorbeeld wachtgeld. Met pijn in het hart werden de WW en bijstand versoberd. Iets, dat rechtstreeks afkomstig was uit het vorige PVV verkiezingsprogramma en voor deze verkiezingen was overgenomen door de VVD.

Veel van de plannen die tot nu toe zijn bedacht en uitgevoerd kwamen dus vooral van de VVD en dat zorgt voor gemor bij de andere helft van het Kabinet, bij de PvdA. Bezuinigen op ouderenzorg, tienduizenden ontslagen in de zorg, korten van uitkeringen, participatiewet, taaleisen bij de bijstand, aanleggen van wegen, aanschaf van de JSF, minder provincies en het verlagen van belastingen voor de hogere inkomens. Het zijn allemaal VVD plannen waarmee de PvdA met grote moeite heeft ingestemd. Maar door al die VVD plannetjes lijken de sociaaldemocraten te worden overschaduwd door de VVD en diens kleine broertje, D66. De plannen die tot nu toe zijn bedacht en uitgevoerd komen voor het grootste deel uit de koker van de VVD en treffen PvdA kiezers het hardst. Dat heeft de PvdA gemerkt bij de gemeenteraadsverkiezingen en bij de komende provinciale verkiezingen dreigt hetzelfde te gebeuren. In het verleden schroomde de PvdA zich er daarom niet voor om dan maar de stekker uit het Kabinet te trekken en morrend de oppositiebankjes te gaan bezetten.  Verlies nemen, wonden likken, opstaan en verder gaan. ‘We hebben ons bij de neus laten nemen en daarvoor betalen we nu de boete. Het is niet anders’.

Maar de dreiging van weer een naderend einde van zijn Kabinet kan Rutte er niet bij hebben. Niet nu. Het zou hem totaal ongeloofwaardig maken omdat hij altijd koers wilde houden. Hij wil de rit uit zitten en kan daarom geen haarscheurtjes in zijn Kabinet gebruiken. Hij wil geen ontevreden gezichten. De teambuildingssessie in het hutje op de hei was daarom meer bedoeld om de onvrede binnen de PvdA ploeg te proeven en te kijken hoe deze problemen kunnen worden opgelost. Hoewel het antwoord voor de hand ligt (een ruk naar links maken), moet Rutte ook uitkijken dat hij zijn eigen achterban niet in de steek laat. Laveren heet dat met een mooi woord. Maar de uitkomst van het dagje casual was toch echt dat de VVD meer in de richting van de PvdA moet gaan bewegen. De PvdA kiezer moet terug komen want een nieuw verlies voor de sociaaldemocraten bij de komende provinciale verkiezingen zou dit Kabinet wel eens in gevaar kunnen brengen. Logisch dus dat de resterende bijna twee jaar die dit Kabinet nog zit wat meer PvdA plannen zullen worden uitgevoerd. Uitkeringen gaan omhoog, wordt de werkloosheid onder laaggeschoolden aangepakt en komt er meer geld voor ontwikkelingssamenwerking. Er zal meer worden geïnvesteerd in alternatieve energie en techniek.

De PvdA moet duidelijker naar voren komen, zo zal ook partijleider Diederik Samsom hebben geëist. De VVD is lang genoeg gesteund, zo zal ook opperhoofd Hans Spekman hebben geoordeeld. Er moet meer rood op de wangen komen. Dus zullen de VVD ministers op den duur ook gaan morren. Maar voor een tweede sessie hutje op de hei is het over twee jaar te laat. Dan zijn er namelijk weer nieuwe verkiezingen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten