Pagina's

zaterdag 23 augustus 2025

De VVD wankelt: kan de partij de neerwaartse trend keren?

De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) staat voor een van de zwaarste beproevingen in haar naoorlogse geschiedenis. Waar de partij onder Mark Rutte jarenlang de onbetwiste machtsfactor in de Nederlandse politiek was, worstelt zij onder diens opvolger Dylan Yesilgöz met dalende peilingen, interne verdeeldheid en een steeds drukker speelveld op de rechterflank. De vraag rijst of de partij bij de komende verkiezingen van 29 oktober haar positie als traditionele bestuurderspartij kan behouden, of dat zij blijvend terrein verliest.

De erfenis van Mark Rutte is in veel opzichten dubbelzinnig. Enerzijds bracht hij de VVD tot ongekende hoogte: meer dan tien jaar lang leverde hij de premier, en de partij was stevig vertegenwoordigd in alle bestuurslagen. Anderzijds was de organisatie sterk afhankelijk geworden van zijn persoonlijke gezag en politieke vaardigheden. Toen Rutte in 2023 zijn vertrek aankondigde, bleek dat opvolging ingewikkeld. Prominente VVD’ers als Klaas Dijkhoff en Edith Schippers bedankten voor het leiderschap, waarna Dylan Yesilgöz, destijds minister van Justitie en Veiligheid, de rol op zich nam.

Onder Yesilgöz koos de VVD voor een duidelijke koerswijziging. Waar Rutte na de val van zijn eerste kabinet afstand had genomen van de PVV, besloot zij de samenwerking opnieuw te zoeken. Dat resulteerde in een coalitie met de PVV en de BoerBurgerBeweging. Het kabinet dat daaruit voortkwam kende echter een moeizame start. Ministers raakten verwikkeld in lastige dossiers, partijleiders voerden hun meningsverschillen publiekelijk via sociale media en de rol van premier Dick Schoof werd vaak overschaduwd door Geert Wilders, die als fractievoorzitter van de grootste partij een belangrijke stem had in de koers van het kabinet.

De spanningen binnen de coalitie leidden tot een kwetsbare bestuursbasis. Daarbij speelde ook mee dat het kabinet-Rutte IV eerder ten val was gekomen over het dossier van gezinshereniging voor asielzoekers, een kwestie waarbij Yesilgöz een bepalende rol had gespeeld. Hoewel ze hiervoor geen directe politieke verantwoordelijkheid droeg, bleef de kwestie aan haar leiderschap kleven en werd ze regelmatig aangesproken op wisselende standpunten en verklaringen.

Tegelijkertijd bevindt de VVD zich in een veranderend politiek landschap. Het aantal partijen dat zich op de rechterflank van het spectrum profileert, is de afgelopen jaren gegroeid. Naast de PVV en BBB presenteren ook kleinere partijen vergelijkbare standpunten over thema’s als migratie en veiligheid. Voor kiezers lijken de verschillen soms gering, waardoor de concurrentie om dezelfde achterban hevig is. Deze versplintering maakt het voor de VVD moeilijk zich te onderscheiden, en heeft niet alleen bijgedragen aan de val van het meest recente kabinet, maar ook geleid tot een felle concurrentiestrijd waarin de partij haar dominante positie dreigt te verliezen.

De centrale vraag is of de VVD haar profiel opnieuw kan uitvinden. Waar de partij traditioneel bekendstond om bestuurlijke degelijkheid en economische stabiliteit, schuift zij nu meer op richting het populistische discours dat ook door concurrenten wordt gevoerd. Voor sommige kiezers biedt dat herkenning, voor anderen juist reden om zich af te keren.

De verkiezingen van 29 oktober zullen laten zien of de VVD haar rol als grootste en meest invloedrijke bestuurderspartij kan behouden, of dat de neerwaartse trend structureel blijkt. In dat laatste geval zou de partij een historische positie in de Nederlandse politiek verliezen en staat zij voor de uitdaging zichzelf opnieuw uit te vinden in een steeds meer versplinterd rechts landschap.



vrijdag 1 augustus 2025

Waarom de rechtse kritiek op Timmermans de VVD uiteindelijk kan schaden

Door de recente uitlatingen van een politicoloog bij omroep WNL over Frans Timmermans — hij zou “té emotioneel worden” en dan “een heel nare man” zijn — kunnen er zo langzamerhand openlijk vragen worden gesteld over de rol van media, framing en partijpolitieke belangen. Dat WNL zich met enige regelmaat leent voor het uitventen van kritiek op politici is niet nieuw, maar de eenzijdigheid hiervan wordt steeds opvallender.

Wat vooral opvalt, is de asymmetrie in hoe linkse politici worden bejegend. Terwijl WNL en programma’s als Goedemorgen Nederland, Sven op 1, Goedenavond Nederland en WNL Op Zondag met regelmaat ruimte geven aan rechtse stemmen — vaak zonder scherpe wederhoor — blijven opmerkingen of gedragingen van politici als Geert Wilders of Dilan Yesilgöz opvallend vaak buiten schot. Zo wordt er weinig gerept over de radicalisering van het politieke discours ter rechterzijde. De scherpe retoriek van Wilders, die toch wel als antidemocratisch en polariserend kan worden bestempeld, is in programma’s van WNL zelden onderwerp van kritische analyse. Evenmin wordt besproken hoe VVD-leider Yeşilgöz in haar profilering steeds meer opschuift richting Wilders' stijl en boodschap.

De suggestie dat WNL en media als SBS en De Telegraaf een verlengstuk zijn van de VVD is wellicht wat overdreven, maar het is niet moeilijk om te zien waarom die indruk ontstaat. Wanneer een televisieprogramma herhaaldelijk politici en commentatoren uit dezelfde flank uitnodigt en kritiekloos aan het woord laat, dan verliest het de schijn van onafhankelijkheid. Journalistiek behoort immers tot het domein van controle en reflectie, niet van campagnevoeren.

Tegelijkertijd toont de omgang met Frans Timmermans hoe negatief campagnevoeren een boemerang kan worden. De voortdurende pogingen om hem te framen als onredelijk of onaangenaam lijken averechts uit te pakken. Het ledenaantal van GroenLinks-PvdA groeit, de partij staat stabiel hoog in de peilingen en lijkt immuun te zijn geworden voor de aanvallen — alsof er zich een Mark Rutte achtige Tefal-laag om Timmermans heeft gevormd. De ironie is dat de herhaalde kritiek hem versterkt in plaats van verzwakt: Elke aanval bevestigt zijn centrale rol in het debat en versterkt zijn profiel als inhoudelijke tegenkracht.

Intussen worstelt de VVD met haar eigen koers. Onder Yeşilgöz schuift de partij steeds verder richting het retorische terrein van de PVV, zonder dat duidelijk wordt wat ze daar wil bereiken. In plaats van zich af te zetten en een onderscheidend centrumrechts profiel te bouwen, lijkt de VVD vooral bezig met een imitatie van Wilders. Die strategie is niet zonder risico: het leidt tot verlies van traditionele achterban en intern rumoer. De vergelijking met de Henny Huisman miniplaybackshow mag dan satirisch zijn, het punt dat Yeşilgöz meer poseert dan positioneert, raakt een gevoelige snaar.

Dat ondernemersclubs inmiddels openlijk campagne willen voeren tegen deelname van de PVV of GroenLinks-PvdA aan een kabinet met VVD en CDA laat zien hoe gepolariseerd de politieke arena is geworden. Tegelijk biedt dat ruimte voor strategische rust. Timmermans doet er verstandig aan zich niet te laten meeslepen in de retorische vechtarena van zijn tegenstanders. Zijn kracht ligt in internationale ervaring, inhoudelijke focus en het vermogen om maatschappelijke thema’s boven partijpolitiek te tillen.

Het is goed mogelijk dat de televisiedebatten de beslissende slag gaan brengen. Daar zal blijken wie inhoudelijk stevig staat en wie leunt op slogans. De roep om visie — niet om nagedane populisme — zou wel eens de doorslag kunnen geven.Frans Timmermans hoeft niet te reageren op elke aanval. Zijn tegenstanders maken hem alleen maar groter. In de luwte groeien de kansen op een kabinet dat niet om de VVD heen móet, maar er misschien voor het eerst sinds decennia vrijwillig voor kan kiezen dat wel te doen.