Pagina's

zondag 1 september 2019

Suggesties voor de investeringsagenda voor Nederland

De tweede economische hausse sinds de nineties loopt zo’n beetje op z’n einde. De handelsoorlog die de Amerikaanse president Donald Trump met China uitvecht begint steeds meer zijn tol te eisen. De Chinezen voelen de gevolgen van de handelsoorlog, waardoor die weer minder producten uit Europa kopen. Duitse machine- en autobouwers exporteren daardoor minder naar China, die de belangrijkste afnemer is van Duitse producten. De politieke chaos in Italië begint ook daar zijn tol te eisen, en dan vergeten we nog de chaos rond de uittreding van de Britten uit de Europese Unie, wat het Verenigd Koninkrijk totaal stuurloos heeft gemaakt. Duitsland, Italië en het Verenigd Koninkrijk zijn op hun beurt belangrijke afzetmarkten voor Nederland en Nederlandse producten. Hun economieën zijn zeer met die van Nederland verweven. Mocht het dáár economisch mis gaan, dan zal dat onherroepelijk gevolgen hebben voor Nederland.

In Nederland gaat het economisch juist erg goed: de staatskas is goed gevuld en de staatsschuld is historisch laag. Om deel te mogen nemen aan de Euro en het Stabiliteitspact mag een land slechts 60% staatsschuld hebben ten opzichte van het bruto nationaal product. In vrijwel alle Europese landen ligt dat percentage (ver) boven die 60%. Wat heet; het Europees gemiddelde ligt op 85%...! Nederland is een braaf jongetje in de klas met nu nog 49%, hard teruglopend naar 43% op 1 januari 2020. Het heeft vooral te maken met hogere belastinginkomsten omdat méér mensen aan het werk zijn. Niet omdat bedrijven méér verdienen, want een groot deel van die bedrijven (bijvoobeeld het beruchte kwartet Shell, Philips, Akzo Nobel, Unilever) betaalt geen eurocent winstbelasting. Buitenlandse bedrijven als Starbucks en Uber krijgen zelfs geld toe van de Nederlandse Staat: Uber verhuist zijn hoofdkantoor op papier naar de Amsterdamse Zuidas omdat het een (weliswaar eenmalige) belastingkorting van maar liefst € 6 miljard kan binnen harken.

Ondertussen ziet het Kabinet Rutte III de economische teruggang in Italië, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Landen waar Nederland economisch erg afhankelijk van is. Tegelijkertijd klagen de Europese Unie en het IMF dat Nederland geen geld durft uit te geven. Om al die mensen die nu in Nederland aan het werk zijn aan het werk te houden moet er een investeringsagenda komen. De Nederlandse Staat kan namelijk goedkoop geld lenen. Door de ultralage rentestanden kan Nederland zelfs geld verdienen aan een staatslening, wat de weg opent om (zoals de plannen er nu voor liggen) € 50 miljard te lenen op de kapitaalmarkt. Die € 50 miljard moet in een fonds worden gestopt en wordt aangewend als er daadwerkelijk een econimische teruggang zit aan te komen.

De projecten die de Staat wil aanpakken zijn talrijk, maar zullen goedkeuring moeten krijgen van vooral PvdA en GroenLinks. Door personele wisselingen zullen PVV en FvD even geen tijd hebben om het Kabinet Rutte III te steunen. De last zal dus vooral op de schouders van PvdA en GroenLinks komen te liggen, die zo hun eiegn wensenlijstje hebben. Zo wil de PvdA extra salaris voor de politiemensen en de leraren, en zal GroenLinks het geld vooral willen inzetten om het klimaat te verbeteren. Vooral dat laatste onderwerp is iets waar PVV en FvD sowieso tegen zullen stemmen.

Toch moet het geleende geld niet gaan naar hogere salarissen voor leraren en politieagenten. Zij verdienen het beter te worden betaald. Maar hogere salarissen voor leraren en politieagenten zullen moeten worden betaald uit het heffen van hogere winstbelasting en het tegen het licht houden van belastingdeals met bedrijven als Shell, Akzo Nobel, Philips, Unilever, Uber en nog een hele trits andere (veelal buitenlandse) profiteurs. Bovendien is de pot eindig (weliswaar duurt dat even), terwijl de salarissen gewoon doorlopen. Om diezelfde reden moet geld uit het fonds ook niet worden gebruikt om belastingdouceurtjes uit te delen aan rijken, welgestelden en multinationals. Die hebben meer dan voldoende geld om zichezelf te redden.

Zoals het er nu naar uit ziet zal het geld gaan naar het doortrekken van de Amsterdamse Noord Zuid Lijn van Amsterdam naar Zaandam in het noorden en naar Schiphol in het zuiden. Geschatte kosten: € 3 - € 4 miljard. Ook wordt de Zuiderzeelijn weer uit de mottenballen gehaald; een hogenselheidsverbinding tussen Amsterdam en Groningen, met de mogelijkheid deze door te trekken naar Hamburg en Kopenhagen. Geschatte kosten: € 4 - € 7 miljard. Vooral dat zal GroenLinks aanspreken, omdat aansluiting op het Duitse hogesnelheidsnet veel korte afstandvluchten vanaf Schiphol overbodig zullen maken. Utrecht wil een tweede intercitystation op de Uithof (€ 3 miljard) en Schiphol wil al jaren een tweede treinstation (€ 3 miljard) om van daaruit hogesnelheidstreinen naar bijvoorbeeld Frankfurt, Berlijn, Londen en Parijs te laten rijden. Ook Rotterdam en Den Haag zullen hun wensenlijstje indienen. Toch is het jammer dat het geld in bovengenoemde scenario’s vrijwel allemaal naar de Randstad gaat. Vooral GroenLinks zal hameren op het klimaatneutraal maken van alle bestaande sociale huurwoningen; zij zullen allemaal worden uitgerust met een warmtepomp in de plaats van een CV ketel op gas. Kosten hiervoor worden geraamd op 1,9 miljard euro. De PvdA zal met een zelfde plannetje het bos in worden gestuurd; de sociaaldemocraten willen – naast het verhogen van salarissen voor leraren en politieagenten – dat er betaalbare woningen worden gebouwd voor de midden- en lagere inkomens. Waar beide partijen blij mee zullen zijn is een investering in de zorg: Het Kabinet heeft plannen om voornamelijk Oekraïense- en Bulgaarse verpleegsters aan te nemen om het personeelstekort in de zorg op te lossen. Dit naar voorbeeld in Duitsland, waar Vietnamese verpleegsters naar Duitsland worden gehaald om daar in de zorg te gaan werken.

Geld lenen op de kapitaalmarkt om grote projecten aan te pakken is op zich een goed idee. Aangezien het slechter gaat in landen waar Nederland economisch erg van afhankelijk is, moet het Kabinet Rutte III ingrijpen om de Nederlandse economie draaiende te houden. Toch zitten er een paar mitsen en maren aan de lening: 1) De Nederlandse staatskas wordt vooral goed gevuld omdat er meer mensen aan het werk zijn en er dus méér loonbelasting binnen komt 2) De Nederlandse regering heeft al een agenda voor infrastructurele projecten waarin het tot en met 2030 (tien jaar dus) 19 miljard euro wil uitgeven aan voornamelijk nieuwe wegen en het oplossen van knelpunten in het wegennet. Die € 19 miljard kan halveren als dat geld alleen wordt ingezet voor het onderhoud van bestaande wegen. Dat is méér dan voldoende en dan blijft er genoeg over om eerder genoemde infrastructurele projecten aan te pakken. 3) door het tegen het licht houden van belastingdeals met grote bedrijven kunnen extra inkomsten worden gecreëerd. Het roemruchte kwartet zal moeten geloven aan het betalen van winstbelasting als zij gebruik willen maken van de Nederlandse infrastructuur, onderwijs en andere voorzieningen. Het is belachelijk dat zij hiervoor geen cent belasting betalen terwijl ze er wel gebruik van maken. Wanneer een Pool, Bulgaar of een Marokkaan misbruik maakt van de Nederlandse voorzieningen dan staat heel (rechts) Nederland op z’n achterste benen. Wanneer een multinational dat doen blijft (rechts) Nederland angstaanjagend stil. Het is ook niet meer van deze tijd dat er geen belasting wordt geheven op kerosine en vliegtickets.

Toch zal het nog een hele tijd duren voordat het plan handen en voeten krijgt. Het Kabinet Rutte zal het plan vóór de verkiezingen van 2021 rond willen hebben, om daarmee tijdens de verkiezingen goede sier te maken. Om diezelfde reden zullen PvdA en GroenLinks dat proces willen vertragen, om nog maar te zwijgen over PVV en FvD, die het Kabinet Rutte III sowieso weg willen hebben. Dus wie denkt dat in 2020 de eerste spade al de grond in zal gaan komt van een oude kermis thuis.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten