De kans dat Nederland op korte termijn, en met name voor de jaarwisseling, een nieuw kabinet krijgt, lijkt steeds kleiner te worden. Ondanks het afronden van een conceptregeerakkoord blijft het formatieproces stokken door blokkades. De kabinetsformatie zit vooral vast door de stellingname van de VVD, die het verloop van de onderhandelingen volledig naar haar hand heeft weten te zetten. De kern van de spanning ligt bij VVD-leider Dilan Yeşilgöz en haar houding tegenover samenwerking met GroenLinks-PvdA (GL-PvdA), die zij fel afwijst, waardoor de manoeuvreerruimte voor andere partijen beperkt blijft.
Voorafgaand aan de verkiezingen stond de VVD langdurig laag
in de peilingen, rond vijftien zetels. De partij besloot toen tot een strategie
waarin GL-PvdA expliciet werd uitgesloten en werd ingezet op een centrumrechts
kabinet met D66 en het CDA. Daarbij werd de tegenstelling met GL-PvdA en
lijsttrekker Frans Timmermans bewust aangescherpt. Deze aanpak versterkte de
positie van de VVD in de eindfase van de campagne: GL-PvdA verloor zetels en
Timmermans trad terug, terwijl de VVD het verlies beperkt hield en uitkwam op
22 zetels, een verlies van slechts twee zetels. Zo wist Yeşilgöz haar partij in
een moeilijke positie te behouden en zelf de regie over het formatieproces te
versterken.
Na de verkiezingen bleek het beoogde centrumrechtse kabinet
rekenkundig onmogelijk. Een coalitie van D66, CDA en VVD haalt geen meerderheid
in de Tweede Kamer. Daarom werd JA21 erbij betrokken, een partij die nog kort
bestaat en beperkt bestuurlijke ervaring heeft. Een coalitie met deze
samenstelling lijkt kwetsbaar, mede door de dominante rol van de VVD. De andere
partijen zouden nauwelijks speelruimte hebben, waardoor de stabiliteit van het
kabinet twijfelachtig is.
Ook een minderheidskabinet biedt weinig perspectief. Aan
zowel de linker- als rechterzijde van het politieke spectrum ontbreekt
voldoende steun in de Tweede Kamer. Hierdoor dreigt de formatie in een
patstelling te blijven steken en lijken nieuwe verkiezingen onvermijdelijk.
Mocht samenwerking met GL-PvdA definitief stranden, dan zou de PVV opnieuw het
initiatief kunnen nemen, maar ook dat scenario biedt geen garantie op een
stabiel bestuur. De PVV heeft in de vorige periode laten zien onvoldoende in
staat te zijn om effectief te regeren, mede door de dominante rol van Geert
Wilders.
Naast politieke obstakels speelt ook geld een rol. De
VVD-partijkas is grotendeels uitgeput, waardoor nieuwe verkiezingen extra
problematisch zijn. Tegelijkertijd heeft de strategie van Yeşilgöz haar positie
binnen de partij versterkt. Zij heeft de schade voor de VVD beperkt en staat
daardoor sterker dan ooit, terwijl andere partijen gedwongen worden zich aan te
passen aan haar voorwaarden.
Zo staat de VVD voor een complexe keuze: doorgaan met
samenwerking met een partij die tijdens de campagne scherp is bestreden, of
nieuwe verkiezingen riskeren, met alle onzekerheden die dat met zich meebrengt.
Beide opties brengen grote politieke risico’s met zich mee. De kabinetsformatie
blijft vastzitten en de huidige patstelling vergroot de kans dat Nederland
opnieuw naar de stembus moet, met het vooruitzicht van een vergelijkbare
uitslag en voortzetting van politieke instabiliteit.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten