Pagina's

dinsdag 16 maart 2010

Grieks drama

Ooit hadden we de florijn. Later werd dat de gulden. De gulden was geen wereldmunt, maar door zijn koppeling met de Duitse Mark - dat weer wel een wereldmunt was - een hele sterke munt. De gulden kon je vertrouwen. Hij was wars van politieke spelletjes, omdat de hoeder van die gulden De Nederlandsche Bank was en die stond los van alle politieke spelletjes. In landen waar de centrale bank onlosmakelijk verbonden was met politieke spelletjes, zoals in Frankrijk, Italië en Engeland, was de eigen munt vrijwel waardeloos geworden. Vandaag de dag hebben we de euro; vanaf de eerste dag van zijn geboorte al speelbal van politieke machtswellustelingen. 16 jaar na de geboorte van de euro begint dat nu zijn tol te eisen. De vraag is, of hieruit lering wordt getrokken.
De euro werd geboren als ECU; European Currency Unit. De Europese munteenheid werd geboren op 1 november 1993 met de ondertekening van het Verdrag van Maastricht. In het Verdrag van Maastricht werd bepaald dat de Europese Monetaire Unie (EMU0 zou worden opgericht, met daaraan vast gekoppeld strakke richtlijnen voor de Europese begrotingsnorm. Deze richtolijnen waren:
- De discipline bestond erin dat een tekort van een Europese lidstaat de 3%-norm (van het Bruto Binnenlands Product) niet of slechts incidenteel zou overschrijden, op straffe van een boete;
- De staatsschuld zou ten hoogste 60% van het Bruto Nationaal Product mogen bedragen. Het belastingstelsel zou zodanig hervormd moeten zijn dat de belastinginkomsten zoveel mogelijk conjunctuurongevoelig zouden worden;
- Tenslotte zou het inflatiecijfer nooit meer dan een procent af mogen wijken van het Europese gemiddelde, waardoor ook de door de centrale banken gehanteerde interestpercentages nooit meer dan dat percentage uiteen zouden gaan lopen.

Alleen als landen aan deze strakke disciplinaire regels voldeden, zouden ze op 1 januari 2002 de nieuwe Europese munt als wettig betaalmiddel mogen invoeren.

Maar al sinds de geboorte van de nieuwe Europese munt gaat het fout...

Ten eerste konden de Duitsers het woord 'ECU' niet uitspreken, wat teveel op 'ein Ku' ('een koe') zou lijken en dus moest er onder druk van de Duitse regering naar een andere naam worden gezocht. De nieuwe naam werd - heel verrassend - bedacht door een Duitser en werd 'euro'. Daarna was er gesteggel over het uiterlijk van de munt. Onder druk van de Franse regering werd besloten iedere munt aan één kant een nationaal karakter te geven en aan de andere kant overal hetzelfde logo toe te passen. Toen dit probleem was overwonnen, lagen de Grieken dwars en plotseling werd een Griekse ontwerper uitgeroepen tot het ontwerpen van de eurobiljetten. Er moest een centrale bank komen, met een leider. Fransen, Duitsers, Engelsen en Nederlanders vlogen elkaar in de haren over wie de leider zou moeten worden. De Fransen schoven Jean-Claude Trichet naar voren, die werd gesteund door de Engelsen. De Nederlanders schoven Wim Duisenberg naar voren, die werd gesteund door de Duitsers. Uiteindelijk mocht Duisenberg beginnen, onder de voorwaarde dat hij na 4 jaar (de helft van de zittingsperiode van de president van de Europese Centrale Bank) zou plaatsmaken voor Jean-Claude Trichet. En zo geschiedde.

Wie dacht dat nu alle problemen waren opgelost, kwam bedrogen uit. Als de strakke en disciplinaire richtlijnen uit het Verdrag van Maastricht volgens de afspraken strikt en disciplinair zouden worden nageleefd, dan zouden op de introductiedatum van 1 januari 2002 slechts 3 landen de nieuwe munt kunnen introduceren als wettig betaalmiddel: Nederland, Ierland en Luxemburg. Deze landen konden natuurlijk niet model staan voor hun goede financiële beleid en voor het povere financiële beleid van de rest. De rest zou een pleefiguur slaan. Dus werd eigenhandig bepaald dat alle landen de euro zouden mogen introduceren, behalve die landen die hun nationale munt wilden houden. Denemarken, Engeland en Zweden behielden hun nationale munteenheid. Ze waren naar eigen zeggen 'te veel gehecht' aan hun nationale munt.

De euro had zoveel voordelen: Je kon nu binnen de Europese Unie vrij reizen zonder koersverlies omdat je geld moest omwisselen. Je kon overal met dezelfde munt betalen en één munt eenheid is goed voor de consument (een veel gebruikt fout argument van de Europese Commissie). Maar toen kwam de Grieken.

De Grieken hadden jaren lang op te grote voet geleefd en hun boekhouding was zo lek als een mandje. Dus Griekenland moest bezuinigen. Omdat Griekenland ook de 'euro' als nationale munteenheid heeft geïntroduceerd, was een devaluatie van het Griekse Drachme geen optie meer. Als Griekenland in het verleden financiële problemen had, dan kon het de nationale munt devalueren en dan was het land plotseling uit de schulden. Op papier, dan.

De Grieken staan model voor de politieke spelletjes die rondom de euro worden gespeeld. Of, beter gezegd, met de euro worden gespeeld. Want niet alleen de Grieken hebben hun boeken altijd slecht bijgehouden. Ook de Fransen, Italianen, Spanjaarden en zelfs de Duitsers hadden geen schijn van kans om deel te nemen aan de nieuwe Europese munteenheid 'euro' als de regels van het Verdrag van Maastricht zó strikt waren toegepast, zoals vooraf beloofd. De staatsschuld, die ten hoogste 60% van het Bruto Nationaal Product zou mogen bedragen, was bij de introductie van de euro voor Frankrijk op meer dan 150% gesteld, voor Italië op meer dan 200%, voor Spanje op 180%, voor de Duitsers op 69% en voor de Grieken op meer dan 250%. Duizelingwekkende cijfers dus. Alleen Nederland (59%), Ierland (39%) en Luxemburg (10%) voldeden aan deze strenge eis.

De kredietcrisis heeft de Grieken terug op de plaats gezet en nu kan de Europese belastingbetaler Griekenland van de ondergang gaan redden. Niet alleen stond de Europese belastingbetaler klaar om de grote Europese banken van de ondergang te redden met bijna 1600 miljard euro staatssteun... nu mag het de Grieken van de ondergang redden. Want in het povere plan dat vandaag in Brussel is gepresenteerd worden de Grieken 'in principe' niet gesteund. De Grieken moeten er eerst zelf uit zien te komen. Mocht het de Grieken niet lukken om er zelf uit te komen, dan schieten de andere landen te hulp. Het zou mij niets verbazen als de regering in Athene morgen de handdoek in de ring gooit en met hopeloos in de wolken geheven handen radeloos roept dat ze het allemaal niet alleen aan kunnen. Het plan is een initiatief van de Fransen; die wilden niet voor gek worden gezet door de Amerikanen, die de Grieken via het IMF hadden willen helpen. Nee, zeiden de Fransen, we lossen onze eigen problemen zelf wel op.

Mijn punt in deze discussie in het volgende: Sinds de introductie van de euro vraag ik me al af waarom er nou regels zijn gemaakt in het Verdrag van Maastricht. De handtekeningen die toen zijn gezet, zijn meer dan waardeloos. De regels voor toetreding tot de euro zijn niet nageleefd en dus zijn die regels waardeloos en is dat boekwerk met daarin die strenge en disciplinaire regels een waardeloos stuk vodje oud papier, goed om als WC-papier te worden gebruikt. Want als die regels zouden worden nageleefd zouden alleen Nederland, Ierland en Luxemburg goed genoeg zijn voor toetreding tot de euro en dat zou de rest gezichtsverlies opleveren. Daarom zijn de regels bijgesteld en zo kon iedereen mee doen met de euro. Met dit Grieks drama als gevolg.

(Bron tekst Europese richtlijnen: Wikipedia)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten