Pagina's

zaterdag 2 april 2011

Johan Cruyff; zijn naam is groot, zijn daden klein

En alweer is er een Nederlandse voetbalclub in de problemen. Hoewel… je kunt beter zeggen: nog steeds is er een Nederlandse voetbalclub in de problemen. Ditmaal is het niet een club, die geen geld meer heeft om zonder steun van de overheid en dus de hardwerkende lokale belastingbetaler voort te blijven bestaan, maar een club die organisatorisch al bijna tien jaar een ramp is. De club is vernoemd naar een halfgod, maar de godenzonen – zoals de voetballers zichzelf zo graag liefkozend noemen – bakken er al sinds het begin van deze eeuw niets van. Ajax (want dat is de naam van de voetbalclub in casu) is al jaren een zinkend schip. Tot nu toe is dat aardig verborgen gebleven, omdat de club bulkte van het geld. Maar nu zelfs dat op is en er incapabele mensen aan het roer zitten, is Ajax verworden tot een middelmatige amateurclub.

En dat is clubicoon en voetbalgrootheid Johan Cruyff en doorn in het oog. Hij lanceerde daarom een plan om de club weer op het hoogste niveau te brengen; een uitspraak die tekenend is voor de situatie waarin de Amsterdammers zich momenteel bevinden. Nog niet zo gek lang geleden bevond Feyenoord zich in dezelfde problemen. Na het vertrek van Jorien van den Herik is het eigenlijk nooit meer goed gekomen met de Rotterdammers. Ook bij de Rotterdammers namen oud-topvoetballers het roer over van de leiding en dat heeft geleid tot een volksclub in verval. Datzelfde staat Ajax ook te wachten, als Johan Cruyff de leiding overneemt. En sinds gisteravond heeft Ajax officieel geen leiding meer en staat Johan Cruyff voor een voldongen feit. Het Orakel uit Vinkeveen heeft tot nu toe altijd een grote mond op kunnen zetten, maar nu moet hij echt laten zien dat hij De Verlosser is. Iets, dat hij eigenlijk niet wil en ook niet kan. Bij Johan Cruyff zijn alleen de woorden groot; zijn daden als trainer en manager vallen zwaar tegen.

In de tijd dat Cruyff trainer was bij Ajax werd hij nooit landskampioen en ook bij FC Barcelona – zijn clubliefde – presteerde hij als trainer maar matig. In zijn tijd bij Ajax ging PSV er drie keer met het landskampioenschap vandoor (iets, waar ze in Eindhoven nu alleen maar van kunnen dromen). Cruyff won als trainer hoogst zelden prijzen en besloot al snel dat hij als trainer slecht was. Enige zelfkennis is Cruyff niet vreemd en hij wist dat zijn suffe uitspraken legendarisch waren en dook het lezingencirciut in. Immers, zijn verschrikkelijk domme en soms misselijkmakend duffe uitspraken zijn talloze malen opgetekend in tientallen boeken (internet bestond toen nog niet). Cruyff realiseerde zich dat praten over voetbal meer geld opleverde, dan eraan deelnemen. Hij gaf lessen aan voetbaltrainers en praatte tegen iedereen, die zijn domme en daardoor lachwekkende uitspraken aan wilde horen. Als je er maar genoeg geld voor over had, dan kwam De Verlosser bij je bedrijf langs om een paar uur en voor veel geld een paar suffe uitspraken te doen en het hele management had weer een geweldige dag gehad. Cruyff is vaak gevraagd als trainer of bondscoach; onder andere van Chelsea en van Liverpool. Maar Cruyff merkte zelf ook wel, dat hij met praten meer mensen aan zich kon binden en dat leverde ook nog eens meer op. Cruyff startte zijn eigen Cruyff University, een onderwijsinstituut in hartje Barcelona, waar voetbaltrainers voor veel geld een paar dagen lang suffe uitspraken van Cruyff aan kunnen horen. Tot vervelends toe.

Toegegeven; Cruyff heeft een grote naam. De naam Cruyff opent deuren, die anders gesloten blijven. Nederland staat in het buitenland niet alleen bekend om de drugs, vrije seks en Amsterdamse grachten; het is vooral de wereldvoetballer Johan Cruyff die iedereen kent. Maar Cruyff is de omgekeerde Piet Hein: De naam van Cruyff is groot; zijn daden klein. Het doet herinneren aan de jaren ’80, toen Nederland en Nederlandse clubs en teams vrijwel alle prijzen wonnen die te winnen vielen op het Europese voetbaltoneel. Van Basten, Rijkaard en Gullit waren daar hoogstpersoonlijk verantwoordelijk voor. Het trio voetbalde niet veel later bij AC Milan de sterren van de hemel. Maar na hun periode bij de Italiaanse topclub, werd het alleen maar tobben. Gullit faalde heimelijk als trainer bij Chelsea, Feyenoord en LA Galaxy. Van Basten ging eerst 10 jaar op de golfbaan staan, waarna hij toch maar besloot bondscoach van Oranje en trainer van Ajax te worden. Ook Van Basten faalde als trainer en trok zich na het debacle bij Ajax terug op de golfbaan. Rijkaard had succes bij FC Barcelona; hij won twee keer de landstitel en zorgde ervoor, dat de Spaanse topclub de Champions League won. Maar zelfs wanneer je met dat spelersmateriaal Champions League wint, ben je gewoon een slechte trainer. Rijkaard faalde als bondscoach van Oranje en als trainer van Galatasaray en Excelsior Rotterdam. Ondertussen streek Cruyff met de eer door te roepen dat hij er persoonlijk voor verantwoordelijk was, dat Frank Rijkaard zijn weg naar FC Barcelona had gevonden. Cruyff kon niet vaak genoeg roepen, dat hij toch echte het begin was van dit succes van Rijkaard. Ook die andere grootheid in het voetbal, Ronald Koeman, kon tot nu toe als trainer zijn grote naam als wereldvoetballer niet waarmaken; bij Vitesse, Ajax, Benfica, PSV, Valencia en AZ faalde hij heimelijk. Koeman zit al twee jaar vrijwel werkloos thuis. Koeman mag af en toe op komen draven bij voetbalprogramma’s op de televisie en af en toe een lezing houden. Hij kreeg bij zijn werkgever Valencia bijna 9 miljoen euro afkoopsom mee, dus op een houtje bijten hoeft de voormalig topvoetballer van wereldklasse niet.

Waar is de vergelijking met Cruyff? Simpel: Rijkaard, Gullit, Van Basten en Koeman (en zo nog een heel rijtje verder) zijn allen voormalig topvoetballers van wereldformaat. In hun tijd als voetballer waren ze een klasse apart; weergaloos. Ze konden een hele club dragen; Van Basten voorop. Hij leidde AC Milan persoonlijk naar de grootste successen van de club ooit. Als hij speelde, had de tegenstander geen schijn van kans op het veld. Cruyff was ook een wereldvoetballer. Op het veld was hij weergaloos. Maar, zoals het een echte Amsterdammer betaamt, ging hij buiten het veld naast zijn schoenen lopen van verwaandheid en werd hij arrogant (en dat is hij nog!). Hij ging met hoofd in de wolken lopen en keerde nooit meer terug op aarde.

Conclusie: een topvoetballer is niet automatisch een toptrainer. Een topvoetballer is niet per se een topmanager. Een voormalige topvoetballer in je management geeft niet automatisch garanties op toekomstige successen. Hij kan dan wel goed zicht hebben op het spel en weten hoe je met een mooie omhaal de bal tussen de palen krijgt; een team smeden kan hij niet, want in zijn tijd als voetballer was hij de ster. Alles draaie om hem. Er is maar één club op deze wereld waar het is gelukt om voormalig topvoetballers in de directie neer te zetten en daarvan een succes te maken: Bayern München. Alleen bij Bayern München is het gelukt, om topvoetballers om te vormen tot topmanagers. Verder is er geen enkele club ter wereld, die dat heeft kunnen waarmaken. Dus lukt dat ook Ajax niet en Feyenoord al helemaal niet. Als je kijkt naar Nederlandse trainers, die successen hebben behaald, dan zijn dat allemaal voormalige leraren. Ik geef u een paar namen: Guus Hiddink (ex-sportleraar), Co Adriaanse (voormalig gymleraar), Louis van Gaal (eveneens voormalig sportleraar), wijlen Rinus Michels (voormalig leraar Nederlands), Leo Beenhakker (net als Adriaanse voormalig gymleraar), ... enzovoorts, enzovoorts. Genoemde toptrainers waren als voetballer zelden succesvol.

Cruyff moet nu de daad bij het woord voegen en dat gaat ‘m niet lukken. Het kan Cruyff dan steken, dat Ajax sinds 2003 al geen beker of schaal meer in de prijzenkast heeft kunnen bijzetten; hij kan er zelf niets aan doen. Cruyff is vooral een man die goed kan praten. Zelden of nooit leiden zijn uitspraken tot daden. Hoewel de grootmeester daar zelf natuurlijk anders over denkt. Maar da's logisch. De voormalig wereldvoetballer vindt zichzelf fantastisch, maar kan hoogstzelden bogen op goede prestaties of gewonnen prijzen. Als voetballer was Cruyff fenomenaal; als trainer was hij ronduit slecht en nu hij zichzelf noodgedwongen aan het hoofd van Ajax heeft gezet, kan het eigenlijk alleen maar slechter met de oud-topvoetballer.

Met het aantrekken van topcoach Martin Jol (eveneens niet echt succesvol als voetballer, maar des te succesvoller als trainer) leek Ajax de goede weg op te gaan. Jol kreeg Danny Blind als assistent. Blind was al een keer hoofdtrainer geweest, maar ook de voormalig topvoetballer Blind (eveneens weergaloos in zijn tijd) faalde en dus moest er een leermeester komen, die hem in een paar jaar tijd de fijne kneepjes van het vak moest leren. Dat leek ideaal. Maar Jol stuitte op de typische Amsterdamse muur van verwaandheid, waarbij ieder succesje wordt aangegrepen om de titel te pakken. Jol was nou juist gekomen om Ajax in een paar jaar tijd rustig voor te bereiden op de titel. In die missie is De Hagenaar gefaald. Nu moet Ajax helemaal opnieuw beginnen, terwijl Martin Jol volgend seizoen bij een Engelse topclub zijn miljoenen zit te tellen. Ondertussen zit Ajax nog verder in de problemen, aangezien Cruyff direct na het opstappen van de voltallige directie van Ajax, meteen al uitsprak dat het niet zijn probleem was, dat Ajax nu zonder leiding zat. Maar ik durf de weddenschap aan dat, als Ajax straks weer landskampioen wordt, meneer Cruyff weer van de daken gaat schreeuwen dat hij daarvoor had gezorgd. Het typeert de mens Johan Cruyff. Hij maakt de problemen, een ander mag het voor hem oplossen en als het probleem is opgelost, strijkt Cruyff met de eer. Tot die tijd is het allemaal niet het probleem van meneer Cruyff.

Johan Cruyff; zijn naam is groot, zijn daden klein.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten