Er zijn parallellen te leggen met mijn voormalige buurman Rien Wijnants; Rien was eveneens een man vol energie, die fluitend door het leven ging. Rien was ondernemer; had de rechten gekocht van een salarisadministratieprogramma en daar veel geld mee verdiend. Op het hoogtepunt van de wereldwijde economische voorspoed verkocht hij zijn bedrijf, waar op dat moment meer dan 80 mensen werkten. Rien bleef echter ondernemen en opende een kantoortje naast het mijne, waarna we als ondernemers ervaringen uitwisselden. Rien reisde de hele wereld over en bezocht de meest uiteenlopende beurzen, waar hij op zoek was naar innovatieve producten om die in Nederland te importeren. Hij slaagde daar nauwelijks in maar dat deerde hem niet. Veel van die beurzen werden georganiseerd in Las Vegas, Verenigde Staten, waar Rien kind aan huis was. Hij kende er werkelijk elke straatsteen uit zijn hoofd. Naar eigen zeggen heeft hij door de beveiliging van groten der aarde als Bill Gates en Steve Jobs kunnen glippen, waarna hij met hen een praatje heeft gemaakt en de hand geschud. Of het waar is, valt te bezien, maar geen mens ter wereld kon die verhalen zo mooi vertellen als Rien. Als Rien een verhaal vertelde, dan zwaaide zijn armen en gebruikte hij zijn stem op een prachtige manier om zaken nog eens extra te benadrukken. Hoewel geboren in Den Haag, had Rien een zwaar Rotterdams accent en was fan van Feyenoord. Hij was altijd in voor een geintje; een grap, een grol. Zijn gedrag had bijna clowneske bewegingen. Hij kon niet kwaad worden, want zelfs als hij boos was, kon hij zijn emoties de baas en in onvervalst Rotterdams uitdrukken wat hij wilde. Eens per maand dronken we op donderdagavond een biertje in een café, in Breda. Daar namen we de toestand in de wereld door, zoals hij dat altijd zo mooi kon uitdrukken. Ook het bedienend personeel werd nauw bij onze gesprekken betrokken. Het prachtmens Rien overleed in 2010 op 61-jarige leeftijd aan een hersentumor. Dat is al even geleden, maar zijn eeuwige optimisme blijft eeuwig in mijn geheugen gegrift.
Wanneer je wordt geconfronteerd met een persoon in je directe omgeving, die overlijd aan die vreselijke ziekte kanker, dan blijf je even stil staan. Dan kan de politiek je even weinig meer schelen en dan is het leven toch maar relatief. Een man die de verschrikkelijke ziekte kanker wel overleefde is de inmiddels gevallen wielerkoning Lance Armstrong. Gisteren werd bekend dat de internationale wielerunie UCI hem alle 7 Tourzeges afneemt en uit de sport verbant voor het leven. De Amerikaanse antidoping waakhond USADA had twee weken geleden een vernietigend rapport geschreven over de dopingpraktijken van Armstrong, die glashard is verraden door zijn eigen oud-ploeggenoten. Het rapport zorgde voor een storm aan kritiek, waarna een van de grootste wielerploegen ter wereld, zijn sponsor Rabobank kwijtraakte. Verschillende sponsoren braken met Armstrong; wilden niets meer met hem te maken hebben. Grote bedrijven als Nike, Trek en 24 Hour Fitness wilden niets meer met de Amerikaan te maken hebben. De wielerwereld verafschuwt de man; wielerfans voelen zich bedrogen nu ze weten dat Armstrong alle 7 Tourzeges op doping heeft gehaald.
Het stelde Christian Preudhomme, de baas van de ASO, de organisatie die de Tour de France organiseert, voor een dilemma. Armstrong was namelijk niet de eerste, die de wereld voorloog dat hij een zo ongelofelijk goed sportman was. Want van de wielrenners die in de top-10 stonden, inde jaren dat Armstrong de Tour de France won, bleken vrijwel allemaal in dat jaar ook op doping de eindstreep in Parijs te hebben gehaald. Dus zou je Armstrong zijn Tourzeges afnemen, dat zou feitelijk de nummer 8 of zelfs de nummer 15 van dat betreffende jaar worden aangemerkt als Tourwinnaar. De man die als nummer 15 over de streep kwam in Parijs, werd dus uiteindelijk de winnaar.
Terecht? Oordeelt u zelf. Laat voor eens en voor altijd duidelijk zijn: ik sta keihard aan de kant van Lance Armstrong. Feit is dat de eerste tien wielrenners uit het algemeen klassement vrijwel allemaal doping gebruikten. Je kunt er eigenlijk ieder wielerseizoen de klok op gelijk zetten: iedere Tour de France-aflevering wordt er een tiental renners van de weg gehaald, omdat ze positief testen op dopinggebruik. Tel daarbij op dat de eerste tien renners uit het Algemeen Klassement die de eindstreep in Parijs halen, ook nog eens op dopinggebruik is betrapt, dan gebruikt dus ruim 10% van alle renners rommel. Je zit niet meer te kijken naar de Tour de France, maar naar de Tour de Doping. En het is ook niet meer dan logisch, dat die gasten gebruiken, want het is een immens karwei, om twee weken lang door Frankrijk te fietsen, met een gemiddelde van ruim 200 kilometer per dag. En dan niet van noord naar Zuid-Frankrijk; nee, het gaat ook nog eens van Zuid-Frankrijk naar Parijs. Dat is een uitputtingsslag waar geen mens tegenop kan, zonder rommel te gebruiken.
Kortom: bedrijven als Rabobank, Nike, Trek en 24 Hours Fitness hebben zichzelf laten foppen, want dat wielrenners doping gebruiken is gewoon algemeen bekend. Dat is niet iets van de laatste jaren, maar gebeurt al langer. Mensen die nu verontwaardigt naar Armstrong kijken en boos worden op de Texaan, houden zichzelf alleen maar voor de gek, want iedereen had gewoon beter moeten weten. Zeven keer achtereen de Tour de France winnen kan gewoon niet zonder rommel te slikken. We weten het allemaal, maar kunnen het maar niet bevatten dat we al die tijd naar een rijdende apotheek hebben zitten kijken. We voelen ons bedrogen, maar feitelijk bedriegen we alleen maar onszelf, want met een klein beetje beter nadenken hadden we gewoon kunnen weten dat 7 keer de Tour de France winnen iets bovennatuurlijks moet zijn.
Even bovennatuurlijk als Hein en Rien…