Tijdens de formatiebesprekingen van Rutte IV werkte Rutte
eigenhandig Pieter Omtzigt uit het CDA door te voor te stellen dat er voor
Omtzigt een ‘functie elders’ moest worden gezocht. Rutte ontkende glashard dat
hij had voorgesteld om Omtzigt uit het CDA te werken, maar uit vrijgekomen
formatiestukken een paar weken later bleek dat Rutte het voorstel weldegelijk had
gedaan. Rutte moest wel toegeven dat hij had geprobeerd om de lastpak Omtzigt
uit te schakelen nadat Omtzigt het leven van Rutte moeilijk had gemaakt in de
toeslagenaffaire. Nadat het CDA geen steun verleende aan Omtzigt verliet Omtzigt
de partij en kreeg Rutte alsnog zijn zin.
Eigenlijk vond iedereen buiten de VVD en het CDA dat deze lange arm van Rutte absoluut niet kon, met destijds ChristenUnie fractievoorzitter Gert-Jan Segers voorop. Hij was de eerste die zei dat een nieuwe samenwerking met de VVD er niet meer in zat. Toen in het ‘functie elders’ debat ook Sigrid Kaag de woorden ‘Hier scheiden onze wegen’ sprak leken de politieke dagen van Rutte geteld. Een motie van wantrouwen van de PVV werd echter niet door Kaags D66 gesteund en zo kon Rutte fluitend verder.
Een lange weg van formeren van meer dan een jaar volgde (de langste formatie in de geschiedenis), waarbij Rutte fluitend doorging met het nemen van besluiten terwijl hij eigenlijk demissionair was. Rutte wachtte rustig op de ChristenUnie (geen zin) en D66 (liever met PvdA en GroenLinks), die voornamelijk met zichzelf in de knoop zaten. D66 had duidelijk spijt van het niet steunen van de motie van wantrouwen. Had Kaag de motie van wantrouwen gesteund dan was Rutte weggeweest. Nu moest ze wel in zee met de VVD en dat wist Rutte ook wel.
Tegen heug en meug gingen ChristenUnie en D66 alsnog een hernieuwde samenwerking met VVD en CDA aan. Vooral omdat zo ongeveer het hele D66 verkiezingsprogramma in het coalitieakkoord was opgenomen. Dat zette weer kwaad bloed bij de VVD achterban, die voornamelijk op immigratie steeds hardere eisen ging stellen nadat ze na de Provinciale Statenverkiezingen de extreemrechtse Rabobankpartij BBB langszij zag komen. Ouders van gevluchte kinderen mochten niet meer nareizen en er moest een quotum komen hoeveel asielzoekers Nederland per jaar maximaal zou binnenlaten.
Nu CDA en D66 er in de peilingen heel zwak voor staan en de VVD alweer sinds een tijdje de peilingen aanvoert was het tijd om ChristenUnie en D66 op de knieën te dwingen: deze racistische meloen slikken of kappen. Het werd kappen. Daarmee koos zelfbenoemd crisismanager Rutte niet voor het landsbelang – waar grote dossiers als stikstof, klimaat, Groningen en de toeslagenaffaire voorlopig blijven liggen – maar voor het belang van de achterban van de VVD. Hij maakte van een VVD probleem een probleem van het hele land. Het was de VVD die uit angst voor verkiezingswinst van extreemrechts de aanval koos. Het partijbelang van de VVD ging boven het landsbelang.
Zonder de verkiezingswinst van de extreemrechtse BBB tijdens de Provinciale Statenverkiezingen zou het Kabinet Rutte IV vrijdagavond 7 juli niet zijn gevallen. Maar wie na de val van het zoveelste Kabinet Rutte denkt dat er nu plaatsgemaakt wordt voor Kaplaarzen I (BBB, PVV, FVD, Ja21) of Rabobank I (BBB, Omtzigt, Ja21, VVD) kan wel eens bedrogen uit komen. Rabobankpartij BBB is na de verkiezingswinst bij de Provinciale Staten in de peilingen alweer op de terugweg, voornamelijk omdat het door die enorme verkiezingsoverwinning een gigantisch personeelsprobleem heeft. Provinciale politici van zowel CDA en VVD zijn overgestapt naar BBB om hun baan te behouden. Verder trok de BBB veel voormalig FvD’ers en PVV’ers aan die allemaal wilden meegenieten van het succes van BBB, maar waarvan er in Groningen en Drenthe inmiddels alweer een paar zijn opgestapt nadat ze racistische- en fasciste gedachten deelden op het internet.
Maar Rutte gaat in 2024 met Rutte V gewoon op de oude voet verder, mét het al meer dan een decennium dolend CDA en mét alle leugens die Rutte de afgelopen 13 jaar over ons heen heeft uitgestort.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten