De Franse zanger Michel Sardou zong dertig jaar geleden in
zijn lied Femmes des années Quatre-Ven
(‘Vrouwen van de jaren ‘80’) dat de (Franse) maatschappij aan een behoorlijke
verandering onderhevig was: overal in alle beroepen doken ineens vrouwen op. We
moesten er maar eens sterk rekening mee houden dat vrouwen de macht gaan
overnemen. Steeds meer beroepen die tot dat moment aan mannen waren toebedeeld
werden ingenomen door vrouwen. De Franse chansonnier laat in het lied in het
midden of hij het daarmee eens is, of niet.
Dertig jaar na de tekst van Sardou is de zakenwereld nog
steeds een old boys network en vrouwen lopen tegen het glazen plafond aan. Ze
willen wel carrière maken, maar krijgen hiertoe geen kans. Ze worden teveel
beoordeeld op hun vrouw zijn en te weinig op hun kwaliteiten die ze hebben het
bedrijf vooruit te helpen. Vrouwen vinden dat ze teveel de seksuele lusten van
de mannen moeten bevredigen. Mannen vinden dat vrouwen er zijn voor de kinderen
en het aanrecht en verder moeten ze hun mond houden. De schrijver van dit
stukje zou de schrijver van dit schrijver van dit stukje niet zijn als hij het
daarmee eens was. Het is namelijk lariekoek. Het is een verzinsel. Onzin,
belachelijk en ridicuul.
Binnenkort wordt in Duitsland het vrouwenquotum
ingevoerd. Dit onzalige idee schrijft bedrijven voor dat minstens 30% van de
topfuncties in een bedrijf door vrouwen moet worden bekleed. Duitsland volgt
hiermee voorbeelden uit Zweden en Noorwegen, waar deze wetten al tien jaar
geleden zijn ingevoerd. Ook de Europese Commissie is van mening dat er veel te weinig
vrouwen op topfucties zitten. De kans dat het vrouwenquotum ook in Nederland
wordt ingevoerd is erg groot. Binnenkort worden ook Nederlandse bedrijven door
de mangel gehaald en getoetst op het aantal vrouwen in topfuncties.Veel
Nederlandse vrouwen vinden het goed dat er een vrouwenquotum voor Nederlandse
bedrijven komt.
Een vrouwenquotum is gewoon keihard discriminatie.
Discriminatie is bij wet verboden. Een werkgever moet straks verplicht gaan
selecteren op mannen en vrouwen en dat mag niet. Als een werkgever nu
selectreert op ras, huidskleur of geslacht dan kan hij daarvoor voor de rechter
worden gesleept een en boete krijgen. Maar in de nabije toekomst moet de
werkgever dus wel degelijk op geslacht selecteren. Toegegeven, er wordt de
laatste jaren nogal behoorlijk gediscrimineerd en dat ook nog eens onder het
motto vrijheid van meningsuiting. Maar een vrouwenquotum is geen vrijheid van
meningsuiting. Eerder een beperking daarvan. Het is op z’n zachtst gezegd nogal
vreemd dat politieke partijen die artikel 1 hoog in het vaandel hebben staan nu
ineens vóór het vrouwenquotum zijn. D66, SP en GroenLinks zijn daar voorbeelden
van. Helemaal ironisch is dat de VVD tegen een quotum op arbeidsgehandicapten
was (‘teveel papierwerk voor werkgevers’) maar met een vrouwenquotum minder
moeite lijkt te hebben. D66’er Lousewies van der Laan, die nog geen fatsoenlijk
woord Nederlands over haar lippen krijgt tegen nota bene haar bloedeigen zoon,
is één van de initiatiefnemers van dit belachelijke voorstel.
Een vrouwenquotum zet vrouwen weer weg als arme zielige
wezentjes die het ó zo zwaar hebben in deze keiharde mannenmaatschappij. Vrouwen
kunnen weer wegduiken in hun slachtofferrol en wijzen naar die vreselijke
mannen, die hen hun carrièrekansen afnemen. Het lukt de dames niet om op eigen
kracht carrière te maken en dus hebben ze steun nodig van de overheid. Vrouwen
hebben nog teveel het totaal belachelijke en volledig achterhaalde idee dat ze
pas carrière kunnen maken als ze met hun mannelijke meerdere het bed delen of
op z’n minst de seksuele behoeften van hun mannelijke meerdere bevredigen.
Vrouwen die het met dit wetsvoorstel eens zijn denken nog steeds dat ze worden
onderbetaald in verhouding tot hun mannelijke evenknieën en dat hun mannelijke
evenknieën meer kansen hebben op een betere functie en dus een beter salaris.
Vrouwen moeten immers rond hun dertigste zwanger worden en voor de kinderen
zorgen. Dat is natuurlijk allemaal totaal lariekoek, maar het idee leeft nog
steeds.
In landen als Zweden, Noorwegen, Duitsland en Nederland
hebben vrouwen gelijke kansen. Dezelfde als mannen. In deze landen investeert
de overheid jaarlijks tientallen miljoenen in campagnes om de maatschappij
daarvan bewust te maken. In deze landen moeten werkgevers in alle
personeelsadvertenties vermelden dat ze zowel naar mannen als vrouwen op zoek
zijn en dat mannen en vrouwen gelijke kansen krijgen in de
sollicitatieprocedures. Toch hebben maar twee van die vier landen (ooit) een
vrouwelijke minister-president: in Noorwegen is dat Erna Solberg en in
Duitsland is dat Angela Merkel. Beiden ook nog eens van liberale huize. In
Nederland (net als in Zweden) is er geen enkele politieke partij die het ook
maar aandurft een vrouw te lanceren als minister-president. Vrouwen die voor
deze topfunctie werden gevraagd (Annemarie Jorritsma (VVD), Edith Schippers
(VVD), Jeltje van Nieuwenhoven (PvdA) en Marleen Barth (PvdA)) hebben bedankt
voor de eer. Hen werd gevraagd lijsttrekker te worden om zo de eerste
vrouwelijke minister-president van het land te worden. Ze weigerden.
Het is slechts een kwestie van tijd voordat er een
vrouwenquotum komt. Maar het is een ridicule maatregel. Een maatregel die in de
jaren ’80 van de vorige eeuw misschien nog wel nodig was, maar anno 2014 echt
niet meer. Mannen en vrouwen moet je selecteren op hun kwaliteiten. Mannen en
vrouwen moeten worden geselecteerd op basis van of ze met hun kennis en kunde
een organisatie vooruit kunnen helpen. Niet op geslacht. Vrouwen die zich
hierin gehinderd voelen moeten vooral eerst maar eens bij zichzelf te raden
gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten