Pagina's

zaterdag 14 november 2015

Parijs



Vóór ik een vliegtuig in stap, ben ik een keer of zeven gecontroleerd. De Overheid weet precies wanneer ik waarheen vlieg en hoelaat, want die gegevens worden door de luchtvaartmaatschappij doorgespeeld aan de inlichtingendienst van het land waar het hoofdkantoor van de luchtvaartmaatschappij is bevestigd. In die gegevens staat ook wie ik ben, waar ik woon en of ik getrouwd ben of slechts samenwoon. Er staat in hoe de ticket is betaald en zelfs wat ik aan boord eet. Eenmaal op Schiphol heb ik een elektronisch formulier moeten invullen om aan boord van het vliegtuig te mogen komen. Is dat geregeld, dan wordt mijn paspoort gecontroleerd en mijn handbagage gaat twee keer door de röntgenscanner. Ik mag namelijk geen metalen voorwerpen aan boord meenemen. Ook mag ik geen shampoo of zonnebrandcrème meenemen. Vóór dat ik aan boord ga moet ik door een bodyscanner, waar een douanier mijn (niet erg imposante) naakte lichaam ziet en wordt mijn handbagage nogmaals gecontroleerd. Ik moet de hele tijd in beweging blijven, want als ik ook maar even stop met lopen dan komt er al een marechaussee naar me toe die me op brute wijze vraagt waarom ik niet doorloop. Eenmaal aangekomen op de plaats van bestemming hetzelfde liedje, maar dan in omgekeerde volgorde.

Minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk kwam vorig jaar in de problemen omdat hij de belgegevens van 1,8 miljoen Nederlanders had doorgespeeld aan de Amerikaanse Overheid. Als een Nederlands bedrijf ook maar handel drijft met de Verenigde Staten dan moet het de gegevens van al haar klanten ter beschikking stellen aan de Amerikanen. Facebook, Apple, Google, Microsoft en andere internetbedrijven geven sowieso de gegevens van hun abonnees door aan de Amerikaanse Overheid. E-mails worden nagekeken en chatgesprekken op Whatsapp nauwgezet gevolgd.

In mijn eigen stad hangen overal camera’s die mijn voetstappen tot op de centimeter nauwkeurig registreren. Tegelijkertijd zijn die camera’s uitgerust met software die gezichtsherkenning heeft, zodat direct is na te gaan die daar over straat loopt, en waar. Loop ik niet hard genoeg of wijk ik af van mijn normale wandelroute, dan wordt dat direct doorgegeven aan de meldkamer en aan de Overheid.

Mijn zorgverzekeraar geeft mijn medische gegevens door aan de Overheid. Die komen weer van mijn huisarts.

Mijn telefoonmaatschappij geeft niet alleen mijn belgedrag door aan de Overheid, maar ook de GPS gegevens waar mijn telefoon zich op wel ogenblik bevindt. Wijk ik af van mijn normale belpatroon dan gaan er alarmbellen rinkelen. De nummers die staan opgeslagen in mijn telefoon komen o péén of andere manier ook bij de Overheid terecht, alsmede de data die ik erin bewaar. Diezelfde alarmbellen gaan rinkelen als ik met mijn OV Shitkaart vanuit ’s-Hertogenbosch naar Utrecht reis, in de plaats van Eindhoven zoals ik iedere dag doe. Mijn internetaanbieder geeft mijn surfgedrag door. Mijn bank geeft mijn betaalgedrag door. Mijn bank geeft zelfs door wat ik iedere zaterdagochtend aanschaf in de supermarkt.

Al deze gegevens worden tot een jaar na dato bewaard en doorgegeven aan de Overheid. Als het even kan word ik zonder pardon afgeluisterd. Mijn website kan zonder vooraankondiging offline worden gehaald en zelfs kan de toegang tot mijn eigen bankrekening, waar mijn eigen zuurverdiende centen op staan, worden ontzegd. De Overheid kan zelfs zó ver gaan dat ze mij de toegang tot mijn eigen huis kan ontzeggen.

Als reden voor deze inbreuk op mijn privacy voert de Overheid aan dat ze hiermee terroristische aanslagen wil voorkomen. En de hele wereld heeft vrijdag 13 november jongst lede in Parijs kunnen aanschouwen dat die opzet fantastisch werkt!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten