Het was eind jaren ’90 van de vorige eeuw. De eerste
navigatiesystemen in auto’s…. Ze waren onbetaalbaar, de weergave niet te volgen
en functioneerden ook nog eens slecht. Maar begin deze eeuw werd de weergave van
de navigatiesystemen al gauw een stuk beter. Er kwamen losse kastjes voor
prijzen tussen de EUR 300,00 en EUR 800,00. Dure kastjes, maar het was een
genot dat een computer jou als bestuurder navigeerde van A naar B. Tegenwoordig
zijn die kastjes met onder de honderd euro spotgoedkoop. Iedere autobouwer
levert in vrijwel al haar modellen standaard een navigatiesysteem. Gewoon omdat
de klant anders naar een ander merk overstapt als er geen navigatiesysteem in
zit. En – toegegeven – die apparaten zijn inderdaad erg handig
Zo verschenen begin deze eeuw ook de eerste elektrische auto’s.
Auto’s die niet meer op benzine of diesel reden maar op elektriciteit. Niemand
die zich rond 2000 – 2001 ook maar een voorstelling kon maken dat er ooit auto’s
op Neerlands wegen zouden rondrijden die op elektriciteit reden. De eerste auto’s
die op accu’s reden waren klein, onhandig en ook nog eens peperduur. De elektrische
auto leek geen lang leven beschoren. Het Italiaanse FIAT deed een dappere
poging. Maar de destijds toch al wankele FIAT kreeg ook deze modellen aan de
straatstenen niet verkocht. Om het bedrijf te redden van de ondergang sneed de
concernleiding in het modellengamma en dus moest ook de elektrische auto eraan
geloven. Het zou nog ruim 10 jaar duren voordat het Japanse Toyota met een
model zou komen die wel rijp was voor de markt: de Prius. Of toch niet?
Inderdaad. Niet helemaal. Want het Amerikaanse Tesla was
veel eerder dan Toyota. Alleen was Tesla destijds een nietsbetekenend bedrijfje dat hier
en daar kleine aantallen auto’s verkocht. Autobouwers letten niet op Tesla en
zo kon het bedrijf rustig verder gaan met het ontwikkelen van modellen die wél
aansloegen in de markt. Met behulp van de kennis en de miljarden van de
gedreven Elon Musk werd de Model S ontwikkeld: een volledig elektrisch aangedreven
auto. Geen half benzine/half elektrisch zoals de Prius. Maar 100% elektra.
Inmiddels kan Tesla de Model S niet meer aanslepen. De Europese productie vindt plaats in Tilburg. Daar is in december de productie verhoogd van 500 naar 600 stuks per week. De Model S is een dermate doorslaand succes dat Tesla
later dit jaar in de Verenigde Staten de markt op gaat met een middenklasser:
de Model 3. In de volksmond ook wel de ‘Tesla for Everyone’ genoemd. Moet de
Model S nog zo’n 92.000 euro kosten. De Model 3 gaat iets minder dan de helft
kosten: 35.000 euro.
In aanloop naar die introductie hebben Volkswagen(e-Golf) en Ford (E-Focus) al aangekondigd met 100% elektrische modellen te
zullen komen. Ford – de tweede grootste autoproducent ter wereld, maar tot nu toe fel tegenstander van de 100% elektrische auto –
kondigde in januari dit jaar aan vier miljard euro te zullen investeren in de ontwikkeling van 100% elektrische auto’s. 's Werelds grootste autobouwer, Toyota, gaat binnenkort zelfs stoppen met de productie van diesels. Volvo, BMW, Mercedes en Audi
introduceren in 2017 allemaal half benzine/half elektrische auto’s. Ze moeten wel want ze verliezen marktaandeel aan Tesla. Verwacht wordt dan rond 2020 de
helft van alle nieuwe auto’s die dan wordt verkocht 100% elektrisch zal worden
aangedreven. De benzine auto is op zijn retour. Niet in de laatste plaats
ingegeven door het dieselschandaal bij Volkswagen.
Bij de VVD denken ze daar blijkbaar anders over. Want
toen PvdA Tweede Kamerlid Jan Vos deze week een dappere poging ondernam om auto’s
die op benzine en diesel reden van de weg af te rijden kwamen de liberalen
meteen in actie:’De PvdA bindt de strijd aan met de automobilist!’ schreef VVD
Tweede Kamerlid Barbara Visser op Twitter. Voor de snorrende camera van de NOS
kraakte ze het hele plan af. Ze vond dat ‘de PvdA haar grip op de realiteit had
verloren’. Politieke verslaggevers smulden van deze zoveelste fittie fittie
tussen de twee coalitiepartners, die in aanloop naar de Tweede
Kamerverkiezingen van maart 2017 elkaar maar al te graag in de haren vliegen.
Door het verhaal van Visser werd de inhoud van het plan van Vos plotseling
onbelangrijk. Bovendien had een aantal PvdA Tweede Kamerleden geklaagd dat ze vooraf niet waren geïnformeerd over het plan. De klagers klaagden anoniem natuurlijk. Anders durven die schijtluizen het niet.
De VVD had deze week haar eigen Kodak-momentje. U weet het: Eastman Kodak heeft nooit geloofd in digitale fotografie. Kodak had een
berg patenten en octrooien op film en verdiende daar miljarden mee. Zo konden concurrenten Canon
en Nikon de markt met enig gemak van Kodak overnemen. Kodak is inmiddels nagenoeg failliet en Canon is veruit de grootste producent van digitale fotocamera's en alles wat daaraan vast hangt. De vergelijking met de VVD is heel simpel: de ontwikkeling van de elektrische auto is niet meer te stoppen. De PvdA gaat de strijd met de automobilist helemaal niet aan, maar legt juist een visie op tafel. Laten we daar blij mee zijn want zo vaak gebeurt dan niet bij de sociaaldemocraten. De
PvdA ziet dat de markt steeds meer elektrische auto’s koopt en daar moet de
overheid op inspelen door bijvoorbeeld voldoende laadpalen aan te leggen of
daarvoor de infrastructuur te verbeteren. De Overheid moet ook helpen in het faciliteren
voor de aanleg van bijvoorbeeld windmolenparken, of centrales waar energie
wordt opgewekt via zonne-energie. Kolencentrales worden volledig overbodig – of
zijn dat eigenlijk al –. Het staat allemaal in het plan van Jan Vos. Alleen ziet
de VVD er niets in. Die gaan liever door met benzineslurpers. De olie die daarvoor nodig is komt uit landen als Rusland, Irak, Iran, Saoedi-Arabië en Syrië. Landen waar mensen worden onderdrukt, gemarteld en vermoord om niets.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten