De vaderlandse politiek zit in zwaar weer. De
traditionele partijen PvdA, VVD en CDA hebben het erg moeilijk. Toegegeven, het
CDA staat in de peilingen op dikke winst van 12 naar 19 zetels. Maar daar staat
tegenover dat afgezien van de VVD geen van de traditionele middenpartijen CDA,
VVD, PvdA, GroenLinks en D66 boven de 20 zetels uit komt. Goed, de VVD komt er
met 21 zetels nog maar net bovenuit. Gevolg van deze peilingen – mits natuurlijk
dit de werkelijke uitslag is – is dat het vijftal na 15 maart 2017 zal moeten
samenklonteren tot één nationaal Kabinet. Want met de keiharde bezuinigingen, vluchtelingenstroom,
oorlogen in het Midden Oosten en de Oekraïne en de toenemende dreiging van
terroristisch geweld lijkt het zetelaantal van de PVV alleen maar toe te nemen.
Een monsterzege voor de PVV lijkt slechts een kwestie van tijd.
Mocht het überhaupt lukken een nationaal kabinet van CDA,
VVD, PvdA, GroenLinks en D66 te smeden dan nog ziet de toekomst er vooral voor
CDA, VVD en PvdA er heel slecht uit. Want niet alleen de stemmers lijken er
geen zin meer in te hebben. De ledenaantallen van CDA, VVD en PvdA schieten elk
kwartaal met enkele honderden omlaag.
Reden voor de kelderende ledenaantallen is vooral de afkeer
tegen het niet waar maken van beloftes. Het niet nakomen van afspraken. Vooral
de VVD lijkt hierin de grossieren. Tijdens de verkiezingscampagne in 2012 beloofde
lijsttrekker Mark Rutte onder andere geen cent meer te geven aan de Grieken,
iedere werkende Nederlander een belastingvoordeel van EUR 1.000 te geven en de
minister die Volkert van der Graaf vrijlaat te zullen ontslaan. Geen van allen
is waargemaakt.
De kelderende ledenaantallen heeft grote gevolgen. Niet
alleen omdat de voorraad democratisch gekozen politici slinkt. Betalende leden
zijn voor iedere politieke partij nog altijd de monney maker. Een betalend lid
brengt maandelijks een tientje in het laatje van de penningmeester. Bij het CDA
was dat in het recente verleden goed voor iedere maand bijna een miljoen euro
erbij op de rekening; 6 ton bij de PvdA en iets minder dan een half miljoen
voor de VVD. Betalende leden brengen de partij ieder jaar tussen de 5 en 8
miljoen euro op. Donaties, subsidies en bijdragen van raadsleden, wethouders,
burgemeesters en Kamerleden kunnen daarbij niet eens in de schaduw staan. Niet
gek dus dat partijen hun leden koesteren.
Met een slinkende bankrekening wordt de positie van de
fondsenmanager steeds belangrijker. Iedere politieke partij heeft er
tegenwoordig één in dienst. CDA, VVD en PvdA hebben er ieder zelfs twee.
Voorheen ging het bij die fondsenmanager slechts om het binnen halen van
subsidies en extra geld bij de leden. Maar de fondsenmanager moet nu de boer op
om ook bij externe factoren geld op te halen. En dat is gevaarlijk, want externe
geldschieters kunnen eisen gaan stellen. Het is bijvoorbeeld algemeen bekend
dat de Amerikaanse defensie industrie de 800 miljoen dollar kostende
verkiezingscampagne van George Walker Bush heeft gefinancierd. Dat geld werd
door Boeing, United Technologies, Lockheed Martin en General Dynamics
ruimschoots terug verdiend met de aankoop van wapentuig. Het Amerikaanse leger
trok ten strijde in Irak en Afghanistan. Honderden militairen vonden de dood.
Het Midden Oosten is sinds die tijd totaal gedestabiliseerd, met de oprichting
van ISIS en hun gruweldaden als schrikbarend gevolg.
De fondsenmanagers van CDA, VVD en PvdA zullen er
rekening mee moeten houden dat het extern geld moet werven in ruil voor
standpunten. Het is iets waarvan vooral de PvdA zal walgen, maar wat onvermijdelijk is. Iets wat in de Amerikaanse politiek al honderd haar gebeurd. Iets wat
niet alleen het land gefragmenteerd heeft gemaakt (grote kloof tussen arm en
rijk) maar ook de Amerikaanse politiek. Want er kan geen politiek besluit meer
worden genomen zonder de goedkeuring van de geldschieters die de president in
het Witte Huis hebben geholpen. Sinds de eeuwwisseling is het in de Amerikaanse
politiek zelfs zó erg dat de winnaar van de presidentsverkiezingen al vast
staat voordat de verkiezingscampagne goed en wel is begonnen. In de VS bepaalt
niet de kiezer wie de nieuwe president wordt, maar het bedrijfsleven. De 500
grootse Amerikaanse bedrijven uit de Fortune 500 Index en niet 392 miljoen kiesgerechtigden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten