Op 4 mei herdenken we de gevallenen in de Tweede
Wereldoorlog. We herdenken de Jodenvervolging. De onderdrukking. De
rassenscheidingen. De rassenhaat. We herdenken dat ook ná de Tweede Wereldoorlog
overal ter wereld slachtoffers vallen als gevolg van rassenhaat en
onderdrukking. We herdenken dat we vandaag de dag in vrijheid kunnen leven.
Zonder beperkingen. Zonder censuur. We herdenken dat soldaten – mannen en
vrouwen – in dienst van het Nederlandse leger overal ter wereld democratieën verdedigen
en vrijheid komen brengen. We roepen allemaal in koor dat we geen kampen meer
willen. Geen deportaties meer. Geen rassenscheidingen meer. Geen onderdrukking.
Op 5 mei vieren we de bevrijding. ’s Lands grootste artiesten worden op kosten
van de belastingbetaler van festival naar festival gevlogen in een heuse
legerhelikopter om daar de boodschap van vrijheid nogmaals ten gehore te
brengen.
Maar op 6 mei schijnen we alles weer vergeten te zijn. Alle toespraken van de burgemeester van
Amsterdam, de minister president en de Koning ten spijt. Op 6 mei worden we
gewoon weer geconfronteerd met de bikkelharde werkelijkheid: Vluchtelingen die word opgesloten in kampen, hekken op de
landsgrenzen, scheldpartijen en geweldsincidenten, stenen door de ruiten,
democratisch gekozen bestuurders die onder druk worden gezet zelfs bedreigd met
de dood...
Maar misschien is het helemaal
niet zo erg dat het allemaal gebeurt. Het is zo erg omdat wij dit als
samenleving goed vinden. We vinden het als samenleving prima dat mensen worden
gediscrimineerd, uitgescholden en dat publieke eigendommen worden vernield. We
kijken als samenleving helemaal niet meer op als een raadslid met de dood wordt
bedreigd of als een lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal voor het oog
van de camera en voor het oog van miljoenen Nederlanders zijn/haar collega’s de
huid vol scheldt. Het is groot nieuws als een politicus met zijn collega’s de vloer
aanveegt. We vinden het als samenleving prima dat er een deal wordt gesloten met Erdogan om vluchtelingen - mensen op de vlucht voor oorlog en geweld - buiten de deur te houden.
Zelfs de Verenigde Naties roepen openlijk dat de Europese Unie de mensenrechten met voeten treedt. Niemand luistert ernaar. Hoe zelfs de Partij van de Arbeid - die toch altijd op kwam voor deze mensen - de kant heeft gekozen van het rechts populisme. Het is allemaal heel normaal anno 2016.
De dodenherdenking en de
bevrijdingsfestivals hebben hierdoor hun glans verloren. Maar vooral hebben ze
hun waarde verloren. Mensen die de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog
herdenken vergeten hoe gekozen volksvertegenwoordigers vluchtelingen mishandelen
onder druk van het nationaal populisme. Populisten zoals Wilders, Le Pen, Petry
en Farage. Nationaal populisten die angst zaaien, haat prediken en bevolkingsgroepen
tegen elkaar opzetten voor eigen gewin (en dat alles onder het motto van de
vrijheid van meningsuiting). Ze vergeten hoe aanhangers van diezelfde Wilders,
Le Pen, Petry en Farage niet terugdeinzen voor extreem geweld,
doodsbedreigingen en scheldkanonnades. Hoe zij respectloos roepen dat ‘daar een
piemel in moet’ en geen ruimte laten voor discussie of debat. Wie de doden
herdenkt op 4 mei vergeet dat op 15 maart 2017 de Partij voor de Vrijheid (wat
een ironische naam) een monsterzege zal behalen en dus grenzen sluit,
tegenstanders het leven onmogelijk maakt, boeken verbiedt en niet terug deinst
voor discriminatie, haat zaaien en geweld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten